dinsdag 30 november 2010

Laatste blik

Een laatste blik nog bij het tuinhek, de sleutels inleveren en toen zat mijn schrijfmaand in het Roland Holst Huis er onverbiddelijk op.
Gisteren hoopte ik even dat ik zou insneeuwen en dat de decemberschrijver het huis niet kon bereiken. Ik had met alle plezier nog een paar weken willen blijven om langer te schrijven.
Maar het is ook wel goed om onderhand onder de mensen te komen. Dus vanaf morgen is er weer de agenda: cursussen creatief schrijven, bedrijfstraining zakelijk schrijven en andere werkklussen.
Aan de schrijfprojecten die ik in Bergen ben begonnen, zoals het kinderboek en de thriller, kan ik de komende maanden flink vooruit.


schrijflogboek
Roland Holst Huis
 Ik heb nog meer ideeën opgedaan. Allerlei gedachten en reflecties staan genoteerd in mijn schrijflogboek dat ik vorig jaar voor mijn verblijf in het huis in gebruik nam.
Na deze maand is het ook nog niet vol. Er is ruimte voor zeker nog een maand. Wie weet, kan ik nogmaals terug en uiteraard niet alleen om mijn schrijflogboek vol te schrijven.
Maar een mens, en ook een schrijver, moet kunnen leven met lege bladzijden. Terugkijken op veel moois helpt daarbij. 

maandag 29 november 2010

Afscheidstoerneetje

vuurtoren
 Egmond aan Zee
Vandaag heb ik een afscheidstoerneetje gedaan om mijn verblijf hier af te ronden. Een wandeling over de Nesdijk en langs het Paddenpad naar Sams plekje, waar ik eerder over schreef op dit weblog.
Gisteren had ik al mijn laatste bezoek aan het strand gebracht, niet dat van Bergen aan Zee dat er de laatste weken onttakeld bij ligt door de zandsuppletie.
Het strand van Egmond is me ook vertrouwder, omdat ik daar al lang meerdere keren per jaar heenga. Doorgaans is dat voor een schrijfretraite, met zicht op zee.

Ik ben slecht in afscheid nemen en ook het afscheid van de zee valt me soms zwaar. Maar gisteren heb ik het leed meteen verzacht. Ik heb mezelf namelijk voor het voorjaar alvast weer een schrijfweek in Egmond in het vooruitzicht gesteld.

De geest van de schrijver

In dit huis van Roland Holst is bijna 90 jaar geleefd, geleden en geschreven. Ongeveer 40 jaar door de dichter zelf, daarna door zijn vriendin en sinds 2002 dient het als schrijvershuis met elke maand weer een andere bewoner.
Sommige collega's hebben hier gebeurtenissen ervaren waarin zij de geest van de schrijver voelden. Een andere schrijver constateerde juist in het gastenboek: 'Hij heeft helaas niet gespookt zoals de geruchten wilden.'
Schrijfster Claire Polders die hier in augustus werkte schreef er ook over in haar weblog.

Ik voel in dit huis in elk geval wel de aanwezigheid van schrijvers en dat stimuleert me vooral om de kostbare tijd ook goed te benutten. Verder is het in huis rustig en stil, dit jaar zeker.
De meeste geluiden herken ik nu, zoals de verwarmingsketel die eerst mompelt en dan aanslaat. Vorig jaar kon een deur zomaar ineens lichtelijk kreunend opengaan. Inmiddels is hij goed afgehangen, neem ik aan.
Ook was er die eigenaardigheid met de computer. Meestal wanneer ik de e tikte, kwam er ook een e. Maar op onvoorspelbare momenten verscheen echter het woord 'Eleutherius'. Een plantennaam, dacht ik, maar het bleek de naam van een christelijke martelaar lang geleden en in de middeleeuwen een bisschop. Gelukkig was ik niet de enige die dit overkwam, anders was ik toch ernstig aan mezelf gaan twijfelen. Ik hou het op een geintje van een schrijver die handig was met computers. Nu is de e alleen nog maar een e.
En dan nog een slaapkamergeheim uit dit huis: in een laken trof ik onuitwasbare inktvlekken en pennenstreken. Had de eerste bewoner van dit huis daar welllicht de hand in of toch een eigentijdse collega?
Maar wie schrijft er nou in bed?

augustus 2010, blog Bergen, nr. 19 http://www.clairepolders.nl/

Tweede sneeuw

Nu valt er hier in Bergen echt sneeuw, al zijn het dan bescheiden vlokjes. Nog een beetje onwennig lijken ze. Gaat sneeuwen zo?
Op het moment dat ze het weten, is het al weer voorbij. Geen gelegenheid, zoals voor de mens, om te leren van het leven.
Geen herkansing om nog een keer heel elegant of juist vreselijk stoer te vallen.
Misschien is het een troost dat ze nog even samen kunnen bijkomen als warmwit tapijt.

http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/11/eerste-sneeuw.html

zondag 28 november 2010

Camera

De meeste foto's voor mijn weblog maak ik met mijn mobieltje (uitvoering: simpel, niks I of smart of braam). Dat heb ik immers vrijwel altijd bij me, hoewel ik het zelden gebruik. Je schijnt er namelijk ook mee te kunnen telefoneren of sms'en.
De mindere kwaliteit wordt voor mij ruimschoots gecompenseerd door beschikbaarheid en gebruiksgemak. Ik heb geen andere ambitie dan mijn blogs te verluchten met plaatjes.

Toch doet het me deugd dat het in de professionele wereld blijkbaar ook niet allemaal supersonisch en geavanceerd hoeft te zijn. Vrijdag is namelijk een belangrijke filmprijs toegekend aan een documentaire die volledig met de camera van een mobieltje is gemaakt.
Boris Gerrets ontving de prijs voor zijn documentaire People I Could Have Been and Maybe Am. De IDFA Award voor middellange documentaire werd uitgereikt tijens het gelijknamige internationale festival voor documentaires in Amsterdam afgelopen week.

http://www.idfa.nl/nl/tags/project.aspx?id=9CAFC61C-9210-4660-A468-7C740FC0258D

Wachten

Wachten op ...?














Niks wachten, Van Gansewinkel, alleen maar: zijn.

Ik kan geboeid kijken naar zo'n groep meeuwen. Bijna bewegingloos staan ze daar minutenlang, vaak de snavels dezelfde kant uit. Waarom?
Ze wachten op de goede golf, de juiste windvlaag of tot een van hen het seintje geeft tot vertrek, zomaar, zoals ze daar misschien ook zomaar staan.

Een groep meeuwen gadeslaan, een kleine oefening in alleen maar zijn.
  



zaterdag 27 november 2010

Strandvondst (2)

Hier ligt het houtje nu op het bureau, een beetje verweesd te zijn. Vorige week raapte ik het op bij de vloedlijn. Het was een stuk donkerder, doornat. Gladgeschuurd en ingesleten door onophoudelijk inwerken van water. Zacht water dat uiteindelijk zelfs de hardste steen klein krijgt.

Tegenwoordig neem ik slechts af en toe iets van het strand mee. Net die ene schelp die mijn aandacht trekt of die wonderlijk gevormde steen.
In mijn kinderboek-in-wording 'Schelpen' wil het meisje het liefst alle schelpen meenemen. Ze is verbaasd dat haar opa, die toch al oud is, maar zo weinig schelpen heeft verzameld. 'Leven is kiezen,' zegt opa.
Toen ik het schreef, was ik me niet bewust dat het bij mijn strandjutten ook zo heeft gewerkt.
Op mijn achttiende heb ik bijna twee maanden als au pair gewerkt bij een Franse familie op Ile de Ré, een eiland aan de westkust. Elke dag ging ik naar het strand, vaak 's morgens rond zes uur in mijn eentje en later met de drie kinderen op wie ik paste. Aan het eind van mijn verblijf bracht ik een volle bak schelpen mee naar Nederland.
Wat eens als sieraden lag te schitteren op de vloedlijn, verbleekte en vergrijsde en eindigde bij het afval.
Uit die tijd resteert overigens nog wel een steen, die al mijn verhuizingen heeft overleefd: opgeraapt als herinnering aan de jongen op wie ik toen hevig verliefd was.
(Drafi Deutscher had trouwens wel ongelijk, bedenk ik nu: Marmor, Stein und Eisen bricht, aber unsere Liebe nicht. Precies omgekeerd, Herr Deutscher!)

Ik dwaal af, terug naar het houtje op het bureau voor me. Het blijft een wezensvreemd ding hier. Maar in de zee hoorde het ook niet. Er groeien geen bomen op zee.

Bezienswaardigheid

Roland Holst Huis
april 2009
Toen ik hier op 2 november het tuinhek opendeed, viel me meteen het schildje naast het huisnummer op: gemeentelijk monument. Vorg jaar april hing dat er nog niet.
Maar ook vorig jaar al stond het Roland Holst Huis als bezienswaardigheid opgenomen in allerlei wandelroutes. Praktisch elke dag houden wel mensen voor het hek stil en proberen ze zicht te krijgen op het pand dat voor een aanzienlijk deel schuilgaat achter een taxushaag.
Wellicht proberen ze ook een glimp op te vangen van de schrijver die er op dat moment werkt. Als ik mensen zie die mij ontwaren, voel ik me vreemd genoeg enigszins  beschroomd en als ik niet hard aan het werk ben zelfs betrapt.

In het gastenboek van dit huis schreven andere schrijvers al over het fenomeen passanten. Zo noteerde een mannelijke collega: 's Zondags staan er vaak mensen stil, die eerst het bordje lezen en je dan verbaasd aanstaren: is hij het of is hij het niet? Hij was toch dood? Hij lijkt er ook niet op. Is die vent dan familie?

Andere voorbijgangers kennen het huis en zijn geschiedenis wel en hebben zelfs misschien Adriaan Roland Holst ('Jany' voor intimi, 1888-1976) nog gekend. Toen ik vorig jaar eens in de tuin zat te schrijven, hoorde ik een man op de fiets zijn gezelschap wijzen op: 'Jany zijn hof.'

Een van de wandelroutes: http://www.trouwcommunities.nl/groen/natuurtochten/45.html

vrijdag 26 november 2010

Schelpen

Mijn nieuwe kinderboek 'Schelpen' is af!

En nu eerst gauw de disclaimer: het is pas de eerste versie, handgeschreven. Er is een langdurig proces nodig van intikken, opbouw en stijl goed bekijken en over de lezersgroep heb ik ook nog geen duidelijk beeld. Vervolgens is er revisie nodig, en revisie en revisie. Samengevat: er kan nog van alles gebeuren.
P.S. 'Schelpen' is slechts de werktitel.

Anderhalf jaar geleden legde ik in dit huis de basis voor het boek. Ik maakte een opzet en schreef de eerste drie hoofdstukjes. Daarna was ik er nauwelijks meer mee bezig.
Toen ik vorige week de draad toch weer oppakte, bleek de opzet veel hechter in elkaar te zitten dan hij in mijn herinnering was. Het verhaal bleek bovendien gerijpt in mijn hoofd en na enkele dagen hard werken stáát mijn nieuwe boek.
Vanmiddag noteerde ik in mijn schrijflogboek:

Veel zit erin, anderzijds is het sober, ijl, poëtisch. Ik zie er thema's in als: leven, dood, liefde, aanvaarding, keuzes maken, leren van het leven. Kortom: wat leven is.
Goed om te merken dat ik een paar dagen helemaal in dit boek kon zitten. Zojuist stuurde ik mezelf even de polder in, omdat ik gisteren ook al niet verder dan de voortuin was geweest.
Maar ik kon niet goed wegkomen. Met mijn jas al aan heb ik staand aan het bureau het voorlaatste hoofdstuk geschreven, een zware scène nota bene: opa is net doodgegaan.
Nu ben ik leeg, hoef ik vandaag ook niets meer.
Opmerkelijk dat dit verhaal na een draagtijd van anderhalf jaar zo'n vlotte bevalling kent. Niet-werken is waarschijnlijk onbewust toch wel werken geweest.

Quattro stagioni

Wat ik - onder meer - zo fijn vind aan Nederland is de afwisseling van seizoenen. De natuur brengt me echter momenteel even in verwarring.
Hoezo, afwisseling van seizoenen? Als op een pizza quattro stagioni lagen ze vandaag allemaal tegelijk op mijn bord.
Op het water vlakbij lag een flinterdun vliesje ijs, terwijl hier in de tuin sommige rozen nog in volle bloei staan alsof het zomer is. 
Naast het meizoentje in de voortuin dat vastbesloten lijkt zich de hele winter staande te houden, zijn nu ineens cognackleurige paddestoelen opgedoken.   

donderdag 25 november 2010

Druppels




regenboog
gebald in druppel
hangt
tinkelend
aan de tak

Eerste sneeuw

'De eerste sneeuw van het jaar', de titel van een boek van Hubert Lampo.
En  vanmorgen gewoon een feitelijke mededeling. Hier en daar lagen wat wriemeltjes sneeuw, als voorbode van de nieuwe winter, zoals de sneeuwklokjes subtiele voorboden zijn van het voorjaar.
Natte sneeuw, dacht ik, maar tot mijn verbazing bleef de sneeuw op het dak - toegegeven, geen dik pak - nog vrij lang liggen.
De auteur die hier afgelopen januari was, meldde in het gastenboek overigens dat het Roland Holst Huis die maand maar drie dagen niet  wit was geweest.

woensdag 24 november 2010

Schrijven over schrijven (2)

Tijdens mijn verblijf deze maand in het Roland Holst Huis hou ik met een zekere onregelmaat een schrijflogboek bij. Ideeën, onrijp en groen, overwegingen over schrijven en mijn vorderingen en tobberijen.
Een citaat uit wat ik schreef op 22 november:

Ik moet oppassen dat ik niet te veel schrijf óver het schrijven in plaats van dat ik echt verder schrijf aan iets. Toch een soort faalangst?
Daar heb ik mezelf anders nooit op kunnen betrappen. Ik kan toch altijd weer weggooien.
Maar misschien ben ik wel bang om mijn kostbare schrijftijd hier te vermorsen aan iets wat toch niet levensvatbaar is.
Hoogstwaarschijnlijk kom ik daar echter pas achter als ik er al wat, en wellicht zelfs al veel, aan heb geschreven.
Over 'Buiten de lijntjes' heb ik nog steeds mijn aarzelingen. Anderzijds denk ik dat het toch moet kunnen: humor en diepgang.
Maar misschien kan ík het niet, althans in het schrijven niet. In mijn persoonlijk leven wel.
(...)
Is dit trouwens niet heel erg meta: schrijven over schrijven over schrijven.

En vandaag schrijf ik dus een blog over schrijven over schrijven over schrijven. Als dat geen Droste-effect is.

http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/11/schrijven-over-schrijven.html

Duizendpoot

Met dit koudere weer is het binnen soms beter toeven. Ik hoefde gisteren niet per se naar de fauna toe, de fauna zocht mij op.
Zonder dat ik er iets van merkte, hadden duizend pootjes de drempel van dit huis overschreden. 's Avonds merkte ik dat een duizendpoot zich ophield bij de computer.
Toen ik er de spot op zette om hem beter uit te lichten, maakte hij zich uit de voeten om beschutting te zoeken in het donker. Gefascineerd heb ik gekeken hoe hij keerde op zijn schreden. Onnavolgbaar, met eerst een lichte kronkeling en daarna een soepele draai van 180 graden vervolgde hij vol elegantie zijn weg.
Zo'n manoeuvre dwingt bij mij bewondering af, ik struikel al over twee voeten. 

dinsdag 23 november 2010

Hemel

De hemel bestaat. Sinds vanmiddag weet ik het zeker. Het staat te lezen op het strand van Egmond.

Muts

Ineens lijkt het dan toch winter te gaan worden, zo merkte ik zelf vanmiddag op het strand van Egmond. De wind was aanmerkelijk kouder dan de afgelopen weken hier. Ik had mijn handschoenen best kunnen meenemen, al draag ik die doorgaans alleen bij vorst.
Mijn muts had ik wel in mijn jaszak gestopt. Juist toen ik liep te bedenken dat ik hem misschien toch maar moest opzetten, werd mijn aandacht getrokken door iets donkers dat verderop in de branding bewoog.
Was het een bruinvis? Een dag of tien geleden is er hier een gestrand en ondanks uiterste inspanningen van de bemanning van de reddingboot heeft hij het niet overleefd. Of was het een zeehond? Vorige week nog heeft een zeehondje even vin aan land gezet.

Nee, het was een man, een echte. Eentje die kou en harde wind trotseert en zelfs opzoekt om met een surfplankje de golven uit te dagen.
Dan moest ik ook nog maar even afharden zonder muts.
  

maandag 22 november 2010

Asfalt













Als ik hier het tuinhek uitstap, heb ik zicht op de Damlanderpolder. In de verte de bossen, daarachter de zee en binnen handbereik het polderlandschap met groen en water.
Vandaag kon ik er de reiger en eenden bijna aanraken, al lieten ze zich niet scherp vangen met de camera op mijn mobieltje. Een slag draaiend kreeg ik de Damlandermolen in beeld. Hollandser tafereel kan bijna niet.

Maar ik vrees dat een andere karakteristiek voor Nederland de overhand genomen heeft: asfalt.
Ik hoorde vandaag dat er in ons land de afgelopen tien jaar bijna 7000 kilometer aan wegen is bijgekomen. Niet alleen de snelwegen waarover wij ons reppen of vastrijden in de file, ondanks voortdurende verbreding naar 3, 4, 5 banen plus wissel-, carpool- en spitsstroken.
Er zijn blijkbaar vooral veel wegen bijgekomen in steden en dorpen. In totaal hebben we in Nederland nu 137.000 km weg. Je zou denken dat ons  land daarmee dus volgeplaveid is.

Die feiten maken dat ik nog meer geniet van zo'n pareltje natuurgebied. Zolang het nog kan.

vrijdag 19 november 2010

Drieteenstrandloper (2)

Ook vandaag waren de drieteenstrandlopertjes weer actief bij de vloedlijn. Maar deze keer was er een beter fototoestel bij de hand. Daarom nu alsnog het plaatje dat ontbrak bij mijn blog van 3 november.
De hittepetitterige bewegingen van de vogeltjes moeten we er wel nog bijdenken.

http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/11/drieteenstrandloper.html

Kamer met uitzicht

Als ik schrijf, heb ik graag een kamer met uitzicht. Op zijn minst wil ik lucht en wat groen zien, een ruim polderlandschap zoals vanuit dit huis is misschien nog beter. Maar het allermooist blijft toch zicht op zee.
Er zijn schrijvers die het beste schrijven met zicht op niks, een blinde muur. Geen afleiding.
Boven in dit huis is het schrijfkamertje van Adriaan Roland Holst, maar ik krijg geen enkele aanvechting om daar te gaan zitten schrijven. Behalve het zicht op de blinde muur is er wel een raam. Roland Holst had in zijn tijd nog een fraai uitzicht naar het open polderlandschap en de bosrand waarachter hij de zee wist.

In het kamertje heeft het Letterkundig Museum een mini-tentoonstelling over Roland Holst ingericht met foto's en teksten van hem.
Net als ik deed hij ideeën op tijdens zijn wandelingen. Er hangt een brief aan zijn moeder van 8 aug. 1921, toen hij hier net woonde. Een citaat:
Op mijn wandelingen beginnen mijn gedachten en concepten zich al aardig te ordenen tot gegevens zowel voor proza als voor gedichten, en ik zal dan eindelijk weer eens de goede omstandigheden hebben om dat alles te realiseren.
Alles te realiseren! Hij woonde hier ongeveer 40 jaar, ik een maand. Ik ben al blij met gedachten en concepten, en een paar hoofdstukken.
  

Werk in uitvoering

De zandsuppletie is in volle gang bij Bergen aan Zee. Enorme hoeveelheden zand worden van de zeebodem verplaatst naar de kust.
Vandaag werd de toegang tot de vloedlijn over honderden meters welhaast gebarricadeerd door dikke pijpleidingen, waar je overigens wel overheen kon klimmen.
Als strandwandelaar loop ik dan toch wat onwennig rond. De mens is weer eens zichtbaar aan het ingrijpen in de natuur: waarschuwingsborden, restantjes drijfzand, grondverzetmachines en vette rupsbandensporen.
Alles om ons te beschermen tegen de woeste zee die ons voortdurend stukken land afhapt. Vandaag lag ze er trouwens weer poeslief bij.

donderdag 18 november 2010

Zandkasteel

Als ik op het strand loop, kijk en luister ik natuurlijk naar de zee. Maar ik loop ook vaak ietwat voorover om te zien wat de zee me allemaal voor de voeten werpt.
Vandaag stond er bij een strandopgang in Egmond pontificaal een zandkasteel dat de zee nog niet had kunnen overspoelen.
Het had een verrassende afwerking waardoor het me sterk deed denken aan lemen moskeeën in West-Afrika. Wat daar houten staken zijn, waren hier zwaardschedes.

Een eindje verder trof ik een stukje natuur aan dat me fascineert: het eikapsel van een rog. Vreemd misschien, maar het doet me altijd denken aan de cape van Batman.
Het ei met het babyrogje wordt beschermd door het leerachtige kapsel. Met de lintjes aan de vier hoeken kan het zich vasthechten aan bijvoorbeeld wier.

Hard werken

Is het niet indroevig gesteld met mijn inspiratie en aspiraties, als ik mijn toevlucht lijk te nemen tot een weblog over hondenpoep?
Breng ik hele dagen door voor het raam, duttend of starend boven een mok chocolademelk met slagroom?

Schijn bedriegt. Er wordt tot nu toe hard gewerkt in dit huis. Maar net als veel schrijvers ben ik terughoudend met vertellen waaraan ik schrijf. Het is allemaal rudimentair en kwetsbaar, er kan nog van alles gebeuren.
Wanneer ik soms herlees wat ik heb geschreven, denk ik: Dit is helemaal niets. Op andere momenten sta ik te kijken van waar mijn beeldend vermogen toe in staat is.
Zit ik te ploeteren, dan verontrust me dat. Verloopt het schrijven daarentegen vlotjes, dan is dat evenzeer verdacht.

Hoe dan ook, momenteel ben ik met uiteenlopende dingen bezig, ook afhankelijk van het moment van de dag en de bijbehorende stemming en energie.
De roman 'Buiten de lijntjes', de thriller 'Verdwijning', beide voor volwassenen, het essay 'Zintuigen', de vertelling 'Schelpen' en de revisie van 'Winkeldochters'. Allemaal werktitels en alles onder voorbehoud.
Aan de laatste twee projecten ben ik overigens vorig jaar al begonnen, toen ik hier de hele maand april werkte. Ook zo'n vruchtbare schrijfperiode.

 http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/10/winkeldochters.html

dinsdag 16 november 2010

Station voor honden

Is er een tijd geweest dat burgers het geen probleem vonden? Hondenpoep. Vast wel, maar zeker is ook dat het al decennialang een van de grootste ergernissen wordt gevonden in enquêtes over de leefomgeving.
Met al ons vernuft en technische mogelijkheden vandien is het ons niet gelukt om afdoende oplossingen te vinden voor zwerfontlasting van honden.
Uitlaatstroken, hondenveldjes, bakken, schepjes, zakjes, boetes. Aardige pogingen, maar dé oplossing heeft zich nog niet aangediend.
Bergen ziet de oplossing in de vorm van een station (denk groot), met bijvoorbeeld deze halte aan het Paddenpad.
Ongetwijfeld wordt het project na verloop van tijd geëvalueerd. Misschien is straks heel Nederland wel bezaaid met stations voor honden en bijbehorende haltes.

Van bunker tot plantenbak

Vlakbij het Roland Holst Huis herinneren bunkers en kazematten aan de Tweede Wereldoorlog. In de Bergermeerpolder tegenover de Nesdijk was een militair vliegveld dat in mei 1940 werd gebombardeerd. De omgeving bleef risicogebied.
Adriaan Roland Holst moest later onderduiken, nadat hij kritisch had gereageerd op de plicht tot aanmelding bij de Kultuurkamer.
Dit huis werd zelfs korte tijd in beslag genomen als opleidingsschooltje voor soldaten.
Sommige bunkers zijn door groen overwoekerd en nagenoeg opgegaan in het landschap, een lijkt nu nog te functioneren als een plantenbak.

Het doet me denken aan de pacifistische kreet, die ik pas weer hier in Bergen ontwaarde. Op de gevel van een woning in de lommerrijke schilderswijk staat de oproep: Smeed de zwaarden om tot ploegijzers.  

zondag 14 november 2010

Jammer, en toch blij


gespannen wachten
op de uitslag

Jammer, ik heb de Veldeke Literatuurprijs 2010 dus niet gewonnen. Ik was met Luc de Rooy en Ed Gubbels genomineerd voor dé Limburgse dialectprijs.
 Luc de Rooy heeft met zijn verhaal 'Het zeuke' de felbegeerde prijs gewonnen. Gefeliciteerd, Luc!

Toch ben ik blij. Ik ben trots op mijn verhaal en ik kreeg mooie reacties. Toen het werd voorgelezen, pakte het publiek de humor goed op. Het was extra feestelijk voor me door de warme aanwezigheid van veel familie.

Op de website van Veldeke is ook mijn genomineerd verhaal te lezen: 'De peddemoeëk op 't wit paerd' (De kikker op het witte paard).
http://www.veldeke.net/home.htm

zaterdag 13 november 2010

Sams Plekje

Op een steenworp afstand van dit huis ligt Sams Plekje, een poel aan het Paddenpad. Sam Slager woonde hier vlakbij en hij was graag te vinden aan het water bij het Paddenpad. Sam had iets met 'rare' beestjes zoals slakken, salamanders, sprinkhanen en pissebedden.

Sam leeft niet meer. In 2003 toen hij nog maar 5 jaar was, overleed hij aan kanker. Maar hij leeft voort in de projecten van de Sam Slager Stichting die zijn familie heeft opgericht. Elk jaar rond zijn verjaardag op 10 juni krijgt een kinderproject geld.

In 2005 werd daarvoor Sams Plekje ingericht. Kinderen kunnen in de poel beestjes zoeken en bestuderen, zoals Sam dat ook zo graag deed.

Het ontroert me als ik zie hoe de familie aan de dood van hun kind zo toch nog betekenis heeft kunnen geven.

http://www.samslagerstichting.nl/

vrijdag 12 november 2010

Vlot

Westerstorm was het vanmiddag niet meer, maar hard waaide het wel. De zee was een kolkende massa en ze pikte een groot deel van het strand bij Egmond in. Altijd mooi om naar te kijken, maar tegelijkertijd zijn het minder aangename omstandigheden voor een flinke strandwandeling. Binnen de kortste keren ben je gezandstraald.

Het enige wat aangespoeld bleek, was een pallet die je met enige fantasie een vlot kunt noemen. Het herinnerde me aan een interview dat ik ooit las over 'jezelf een vlot liegen'.
Op internet is dat zo getraceerd. Hoogleraar theologie Pieter Holtrop in dagblad Trouw, 15 aug. 2005:  ,,Religieus verzinnen - dat vind ik het leukste wat er is. Religie is jezelf een vlot liegen. De fundamentalist zal in eeuwige toorn ontvlammen als je dat zegt. Dat vlot bestaat écht, vindt hij. Ik lieg dat ik op dat vlot klim. Ik lieg dat ik blijf drijven.''

Twinkelende blik. ,,En het mooie is: dan dríjf je ook.''

Later kwam ik zo'n zelfde vlot tegen in het gedicht 'Schipbreuk' van Ellen Warmond: (...) lieg ik een vlot/ lieg ik een reddingsboei/ lieg ik mijn hoofd boven water.

donderdag 11 november 2010

Schrijven over schrijven

Tijdens een schrijfretraite ben ik, zeker in het begin, vaak bezig met schrijven over schrijven. Mogelijkheden verkennen, proefstukjes maken, vingeroefeningen of gewoon uitstelgedrag. En soms blijken aanvankelijk onbeduidende krabbels achteraf toch de aanzet te zijn geweest voor een nieuw boek.
Een inkijkje in dat soms ietwat tobberige zoekproces. Op 5 november schreef ik onder meer in mijn schrijflogboek:

Alles wat ik op het gebied van schrijven kan en geleerd heb, als ik dat nou eens associeer, jongleer, hussel en kluts. Wat zou er dan uitkomen? Let wel, zonder dat ik tevoren nadenk over personages, setting, plot?
In het verleden heb ik dat wel eens gedaan en dan kwam er bijvoorbeeld een springerig speels kinderboek uit als 'Stijn Klein' of 'Papa zonder grenzen'. Maar zou er ook een volwassenenboek uit kunnen komen? Of leg ik me daarbij a priori al te veel beperkingen op in mijn fantasie? Zou er dan een springerig, speels hoofdpersonage ontstaan of staat dat  te weinig in deze wereld? Moet ik zoiemand een 'aards' beroep geven, zodat de setting toch realistisch blijft?
Met 'Zeezucht' *)was het allemaal ijl, tijdloos en kaderloos. Nu heb ik, denk ik, wel behoefte aan een personage dat in deze tijd staat.
Misschien kan het personage een dromerige of een verrassende andere kant hebben. Op zich is het boeiend om te laten zien (boodschap?!) dat mensen meer, verrassende kanten in zich hebben. Niets is vanzelfsprekend, niets is wat het lijkt. Daar heb je weer mijn 'missie' bij het schrijven, die ik ooit uitsprak in een interview.
(...)
Als ik niets hoef te schrijven zoals vanochtend, komt er dus geen springerig kind-personage oppoppen.
Maar ik blijk 'stiekem' bezig met twee boekideeën voor volwassenen: 'Verdwijning' en 'Buiten de lijntjes' (werktitels).
Dat geeft niet. Het maakt langzamerhand misschien iets duidelijk. Nog geen idee of de strijd om mijn schrijftijd uiteindelijk tussen deze twee gaat, of dat alsnog de gevaarlijke outsider komt aanwaaien.

*) Zeezucht, roman voor volwassenen, nog niet gepubliceerd. Fragment op mijn website: http://www.annievangansewinkel.nl/boeken/zeezucht.cfm

Niet storen


Roland Holst Huis
 april 2009

Schrijfschrift op haar schoot, pen in de aanslag tussen haar vingers, ogen gesloten om de moeizaam verkregen woorden te proeven en te wegen.
Zie, de schrijfster, hard aan het werk in het Roland Holst Huis. Niet storen.

Dat kan het plaatje zijn geweest voor de argeloze passant die vanmiddag vanaf het tuinhek een blik naar binnen wierp.

De prozaïsche werkelijkheid: in slaap gevallen boven mijn eigen geschriften.

Storm

Hoor eens, wind, die blaadjes hoeven er echt niet allemaal op één dag af. Laat lekker nog wat hangen voor morgen.
Of heb je een prestatiecontract met de NS?

zondag 7 november 2010

Uitzicht

Vanuit dit huis heb ik een riant vrij uitzicht op het poldergebied tussen Bergen en Alkmaar.
Maar er is onrust in deze regio, in Bergen en onder de bewoners van de Nesdijk die uitziet op het plangebied. Het bedrijf Taqa mag van het ministerie van Economisch Zaken gas opslaan in het lege gasveld onder het Bergermeer.
Door de gaswinning destijds in het Bergermeerveld zijn er tussen 1994 en 2001 vier aardbevingen geweest.
Tegenstanders van de opslag vinden dat er nog veel te weinig is gekeken naar wat de plannen betekenen voor veiligheid en milieu. Bovendien wordt de komende jaren veel extra vrachtverkeer verwacht op de Bergerweg, geluidsoverlast door boringen en horizonvervuiling.
Opmerkelijk is dat zelfs de gemeente Bergen tegen de plannen is van de hogere overheid en zij spreekt zich daar uitzonderlijk fel over uit in een huis-aan-huis verspreide brochure.
Wie weet valt het tij nog te keren, zoals fel verzet in Barendrecht er ook toe heeft geleid dat de plannen voor CO2-opslag deze week zijn afgeblazen. Althans verplaatst, want de plannenmakers zoeken nu waarschijnlijk een gebied waar minder tegenstand te verwachten valt.
http://www.bergen-nh.nl/index.php?page=Gasopslag_week_44

zaterdag 6 november 2010

Strandtafereel

Op het strand in Bergen stuitte ik vanmiddag op een fascinerend tafereel. Een groep vrouwen keek bij de vloedlijn uit over de zee. Allen waren ze gehuld in omslagdoeken. Voorwaar, een mooi plaatje.
Ik dacht aan het standbeeld op de kop van West-Terschelling waar een vrouw uitkijkt over de wadden en reikhalzend wacht tot haar geliefde terugkeert van zee. Maar ongetwijfeld staan zulke beelden ook in andere havenplaatsen.
Waren het zeemansvrouwen in eigentijds jasje, poseerden zij voor een modereportage, was het een flashmob of toch een kunstinstallatie?
Ik hou het maar op een modereportage vanwege de aanwezige fotografen.


Grappig Droste-effect trouwens: de fotografe zette de vrouwen op de plaat, een andere vrouw in het gezelschap fotografeerde hoe zij dat deed en ik legde het tafereel ook nog eens vast met mijn mobiel. 

vrijdag 5 november 2010

Zand naar het strand dragen

Rijkswaterstaat gaat zand naar het strand dragen. Momenteel wordt alles in Bergen aan Zee in gereedheid gebracht om te beginnen met zogenoemde strandsuppletie en vooroeversuppletie.

De zee heeft zand weggehaald van de kust en Rijkswaterstaat haalt het van de zeebodem op met sleephopperzuigers en brengt het via pijpen weer terug. Ook wordt er door 'rainbowen' een kunstmatige zandbank opgespoten voor de kust. Daarmee wordt de druk van het zeewater op de kust minder.
Het gaat om 600.000 kuub zand. Geen idee hoe onmetelijk veel zandbakken dat zijn.

Grote pijpen liggen al klaar op het strand en grondverzetmachines maken hun opwachting bij de strandopgang. Het informatiebord over deze operatie kan ik wel volgen, al heb ik geen idee van vaktermen als: beginraai en eindraai.
Maar wat zou de bijdrage zijn van het bedrijf met het bestelwagentje dat afficheert: 'Creating land for the future'?
http://www.rijkswaterstaat.nl/actueel/nieuws_en_persberichten/2010/oktober2010/zandsuppletie_bergen_van_start.aspx

donderdag 4 november 2010

De zee is boos

'Je bent mooi als je boos bent,'
probeer ik flauwtjes.
Ze zet zich nog meer schrap
duwt met alle kracht
bruinzware moddergolven
over de kop.

Ik speel berouwvol
maar het helpt niet.
Ook schelpen krijg ik niet vandaag.
Voor de vorm knars ik
het zand tussen mijn tanden.
Ik laat haar
in haar woestheid betijen.
Voor het moment heb ik genoeg aan
haar zout op mijn lippen.

Geen idee

Tja, daar zat ik dan vanmorgen aan de schrijftafel, omringd door mappen, losse kladjes en mijn schrijflogboek. En de weelde plaagde me, zoals vrij vertaald een mooie uitdrukking in het Weerts luidt. Een overdaad aan ideeën en geen idee welk ik zou aanpakken.
Maar liefst twee ideeën heb ik voor thrillers, een voor een roman en enkele voor kinderboeken. Toch liever dat gegeven voor een toneelstuk uitwerken of die gedichtencyclus maken?
Ik besloot me te concentreren op de kernvraag die ik als tip aan aspirant-schrijvers geef: Schrijf het boek dat alleen jij kunt schrijven!
Onlangs had ik die zelfbedachte wijsheid nog gedebiteerd in het artikel voor de opleidingenwebsite Eduhub: 'Ik wil ook een boek schrijven'.
Ik moest dus vanmorgen weer eens op zoek naar mijn USP's op het gebied van schrijven. Welke ervaringen, competenties en genres kan juist ik inzetten voor mijn schrijfproducten? Jakkie, wat een taal.
Ik besloot onmiddellijk dat ik al mijn ideeën op een tweede criterium moest selecteren: Ga aan de slag met het idee waar je nu en hier het meeste zin in hebt.
Kijk, dat ruimde lekker op. Van de aanvankelijke 15 schrijfplannen zijn er nu nog drie over, plus Winkeldochters waaraan ik gestaag verder reviseer. Het zal de komende dagen vanzelf wel duidelijk worden welk werk zich onontkoombaar aan me opdringt.
Bovendien behoud ik me het recht voor om morgen al alles van tafel te vegen voor een nog beter idee dat me weet mee te slepen.
Mijn schrijfproces blijft iets onnavolgbaars, en spannends ook.    
http://www.eduhub.nl/artikelen/ik-wil-ook-een-boek-schrijven

woensdag 3 november 2010

Drieteenstrandloper

Gisteren op het strand in Bergen aan Zee zag ik tot mijn grote plezier dat ze weer terug zijn, de drieteenstrandlopers. In het broedseizoen zoeken ze het hoge noorden en Siberië op.
In de nazomer zakken ze af naar het zuiden om te overwinteren. In november schijnen ze in de grootste aantallen in Nederland te zijn, maar ze trekken nog veel verder. Moeiteloos overbruggen de kleine vogels afstanden tot ver in Afrika, zonder tussenlandingen.
Ik word vrolijk als ik ze zie bewegen bij de vloedlijn. In kittige beweginkjes lijken ze telkens terug te schrikken voor de golven. Je zou zeggen dat ze last hebben van koudwatervrees.
Natuurlijk lukte het me niet om die rappe vogeltjes vast te leggen met de eenvoudige camera op mijn mobiel. Maar ik was al blij met de zon die zo prachtig op het water scheen. De drieteenstrandlopertjes fotoshop ik er in gedachten wel bij.

Koos Dijksterhuis heeft over zijn fascinatie voor deze vogels een boek geschreven: 'Een Groenlander in Afrika'.
http://www.drieteenstrandloper.nl/blog/ 

De Leeslamp

André Oyen in Vlaanderen heeft een actueel en afwisselend weblog over onder meer literatuur. In de rubriek De Leeslamp figureerde ik onlangs.
Ik geef daarin bijvoorbeeld antwoord op vragen over mijn favoriete boeken, welke wens ik heb en in de huid van welke auteur ik zou willen kruipen.
http://ansiel.cinebelblogs.be/archive/2010/10/28/annie-van-gansewinkel.html#more

dinsdag 2 november 2010

Het Huis

Vanmiddag ben ik aangekomen in het Huis. Het voormalige huis van de dichter Adriaan Roland Holst in Bergen, dat sinds 2002 dient als schrijvershuis. Elke maand mag hier een andere schrijver of vertaler in alle rust werken. Vorig jaar april was ik hier voor het eerst en ik was gelukkig toen ik hoorde dat ik dit jaar weer mocht. Toen was het lente, nu herfst en het oogt weer helemaal anders.
Bij aankomst in het dorp heb ik stilgehouden voor zijn beeld bij de Ruïnekerk. Hoewel hij blijkbaar vaak vlakbij te vinden was in het etablissement Het Huis met de Pilaren vond ik zijn geest er niet. 


Even overwoog ik nog op deze Allerzielen zijn graf te bezoeken, zoals ik bij mijn vorige verblijf deed, maar ook daar vond ik hem niet.
'Wat was, is geweest', zo luidt de tekst op de robuuste steen die zijn sober graf siert.

In dit huis, waar hij, met onderbrekingen, veertig jaar heeft gewoond, is meer van hem te ervaren. Maar wat van die bijzondere sfeer valt toe te schrijven aan hem en wat aan andere illustere dienaars van het woord?
Het gastenboek verhaalt van uiteenlopende ervaringen van schrijvend Nederland.

Natuurlijk moest ik vandaag meteen de zee zien, te lang geleden al weer. De fiets van het huis liet me merken dat mijn voorgangers van de afgelopen tijd grote schrijvers waren, althans fysiek. Ik hoefde nog net geen blokken op de trappers.
De fietstocht naar Bergen aan Zee en de wandeling langs het strand lieten de dagelijkse besognes en muizenissen al aardig uit mijn hoofd waaien. Zo komt er ruimte voor iets nieuws.
Schrijven, schrijven, schrijven, wil ik. Alleen is de vraag of bloggen daar ook bij hoort of dat ik nu alleen maar bezig ben met escapegedrag.
http://www.fondsvoordeletteren.nl/miniweb.php?mwid=33&sid=1451   

maandag 1 november 2010

Genominieërdj

Hendrik van Veldeke,
 stamvader van het Limburgs
Ich bin genominieërdj vör de Veldeke Literatuurpriês 2010 en dao bin ich gruuëts op./Ik ben genomineerd voor de Veldeke Literatuurprijs 2010 en daar ben ik trots op.
Zojuist zijn de drie nominaties bekend gemaakt. We zijn alledrie bekenden in de wereld van de Limburgse dialectliteratuur. Ed Gubbels won de prijs eerder en Luc de Rooy is nu voor de vierde achtereenvolgende keer genomineerd. Zelf was ik genomineerd in 2005 en 2006.
Mijn inzending dit jaar is een kort verhaal met de titel: De peddemoeëk op 't wit paerd. Geschreven in mijn moedertaal, het Weerts.
De prijsuitreiking is op 14 november in mijn thuisstad Weert.
O ja, peddemoeëk is het oer-Weerts voor: kikker.
http://www.veldeke.net/home.htm