zondag 26 juni 2011

Etiketjes

Toen ik vandaag door de uiterwaarden bij Wageningen wandelde, betrapte ik me er weer op.
Bijna als een klein kind met een plaatjesboek heb ik de behoefte om de planten en dieren te oefenen die ik al ken. Ik wijs er nog net niet naar: distel, zwaan, jacobskruiskruid, lieveheersbeestje, bramen.  Bramen? Nu al? Dat lijkt me vrij vroeg, maar ik heb niet geprobeerd of ze rijp waren voor consumptie.

Vanwaar toch die behoefte om etiketjes te plakken, in hokjes te plaatsen, de wereld in bytes en pixels te vangen? Is het een vergeefse poging om enige orde te scheppen in de chaos die leven heet?
Voor de mate van genieten maakt het natuurlijk helemaal niets uit als ik de wereld alleen verdeel in planten die ik mooi vind en lelijk, of, net iets verfijnder, roze, gele, blauwe en rode bloemen.
Ik heb een handzaam gidsje voor wilde planten dat heel simpel op kleur gebaseerd is. Niks ingewikkelde taxonomische exercities. Maar dat handzame gidsje heb ik natuurlijk nooit bij me.

Dus is mijn wandeling er meestal eentje met vraagtekens.
Die grote steltloper in de nevengeul die er, ondanks de regen van de laatste weken, nog altijd voor een groot deel drooggevallen bijligt? En zijn dat twee gewone reigers? Is dit leverkruid of een zwanenbloem of iets heel anders? En dat moet een orchis zijn, of toch niet? Wat maakt het uit, mooi zijn ze.

Ineens kruist een rund mijn pad. De groepsgenoten lopen grazend al een eindje verderop, maar dit dier staart me gebiologeerd aan. Een koe of een stiertje? Nu lijkt het me toch wel van belang te weten welk etiket het beest past. Ik kijk naar het rood in mijn sjaaltje, hij/zij ook?
Het dier heeft hoorns, maar dat zegt waarschijnlijk niets. Krijgt de boer vast premie voor. Het lijkt me wijs even stil te staan. Gelukkig is het gras al snel interessanter en kan ik mijn pad vervolgen.
Hoewel ik ooit als journaliste twee jaar voor het vakblad Boerderij heb gewerkt, blijf ik een stadsmeisje. Een half uurtje later zit ik dan ook op mijn hurken, hevig verdiept in een verse koeienvlaai (of stierenvlaai?). Die putjes, dat kleurige olieachtige plasje in het midden, de vliegjes. Eindeloos boeiend, de natuur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten