woensdag 29 juni 2011

Limburgs kalle én schrieve

Hét Limburgs bestaat niet. Wat we onder de noemer Limburgs scharen (officieel volgens het Europees handvest ook erkend als streektaal) is een verzameling dialecten. Elke stad of dorp heeft zijn eigen dialect dat soms behoorlijk verschilt met dat van een naburige plaats. Taalrijkdom, vind ik. Gelukkig bevestigen onderzoeken steeds weer dat een tweetalige opvoeding juist een grotere taalgevoeligheid bevordert.

Sommige ouders in Limburg denken nog steeds dat de schoolprestaties van hun kind eronder lijden als ze thuis dialect praten. Gevolg is meer dan eens dat de ouders een rare mengelmoes praten van slecht Nederlands en half dialect. Ja, dát is slecht voor kinderen. De meeste kinderen kunnen namelijk al heel jong perfect de overstap maken van dialect naar Nederlands, afhankelijk van de situatie en de mensen met wie ze spreken. Ik ben dan ook erg blij dat mijn ouders me het Weerts met de paplepel hebben ingegeven.
De Raod veur 't Limburgs is een postercampagne begonnen om ouders te stimuleren dialect te 'kalle' (praten) met hun kinderen.
Bovendien heeft de provincie een drieluik laten maken met filmpjes die het belang van de streektaal willen overbrengen.

Nog tot 9 juli hebben kinderen de gelegenheid om een verhaaltje of gedicht in hun eigen dialect in te sturen voor Platbook 7 dat dit najaar verschijnt. Er zijn al heel wat inzendingen binnen en ik mag de selectie maken.
Meer informatie over het schrijfproject 'Kinger sjrieve plat' staat op:
Kinger sjrieve plat

Ik wist het al lang, maar sommige mensen zal het misschien verbazen. Het dialect leent zich ook goed om literatuur in te schrijven.
Een actueel bewijs daarvan is De psychiater van Connie Palmen, dat in een tweetalige uitvoering verscheen. De originele tekst is het zevende hoofdstuk uit haar boek De wetten uit 1991. Oud-streektaalfunctionaris dr. Pierre Bakkes heeft het vertaald in het Bergs, het dialect van haar geboorteplaats St.-Odiliënberg.
Voor mij lijken het twee verschillende verhalen. Wanneer ik de passage in het dialect lees over de Sacramentsprocessie, hoor en zie ik die meer voor me dan in het Nederlands. Als de pastoor met de monstrans voorbijkomt, kan ik de wierook bijna ruiken en de twijfel voelen van het katholiek opgevoede pubermeisje dat besloten heeft existentialist te worden.
Ook zij gaat uiteindelijk door de knieën.
De pastoor bijt haar de volgende woorden toe. " 'Knieje', sisde hae, 'knie veur 't Alderheiligste, witte!'
Ich baog neet dore knieje, ich sjtortde drop neer.
Ich wól baeje óm vergaeving, gluif mich, mer ich wis neet meer waem mich vergaeving mósj sjinke, God, mie grootvader of meneer Sartre."

Filmpjes over het belang van de streektaal in Limburg
Drieluik streektaal Limburgs, deel 1
Drieluik streektaal Limburgs, deel 2
Drieluik streektaal Limburg, deel 3

Geen opmerkingen:

Een reactie posten