donderdag 28 februari 2013

Winter exit

Vanmiddag kreeg ik de lente in de kop en spijbelde me fietsend door het zonnige Binnenveld. Ergens (natuurlijk weer eens verdwaald) stuitte ik op sneeuw!
Sneeuw lag er moe en vuil bij, der dagen zat.

De laatste sneeuw van deze winter?
Morgen begint de meteorologische lente, maar laten we ons niet rijk rekenen. Voorwaar, maart roert ... en april doet ...

Vulpennen

Ik betwijfel ten zeerste of het Letterkundig Museum ooit (ik wil graag 98 worden) met grote dankbaarheid mijn literaire nalatenschap zal aanvaarden. Van de grote schrijvers worden bijvoorbeeld manuscripten, oerboeken en schrijversparafernalia zoals vulpennen bewaard en tentoongesteld.

In de maand maart is er in de bibliotheek van Wageningen een kleine expositie waarbij collega Mieke van Hooft en ik de bezoekers een kijkje geven in ons schrijfproces.
In een van de vitrines ligt onder meer mijn eerste, afgekloven vulpen. Ik kreeg hem rond mijn twaalfde en hij loodste mij door proefwerken, tentamens en examens. Kauwend op het vertrouwde dopje gaf hij me blijkbaar rust en inspiratie, want ik slaagde en schreef er ook mijn eerste boeken mee. Ik heb hem altijd bewaard als een van mijn kleinodiën.

In 1992 kwam mijn eerste boek uit en mijn man kon destijds het gepiep en gekras van dat oude pennetje niet meer aanhoren. Tijd voor een nieuw exemplaar, een robuuste Parker die tot anderhalf jaar geleden dienst deed. Opgetogen schreef ik over die nieuwe vulpen in mijn schrijflogboek, met een grijns naar eventueel toekomstige schrijversactiviteiten. Twintig jaar later terugkijkend zijn die contracten en zelfs signeersessies er inderdaad gekomen.

Anderhalf jaar geleden gunde ik mezelf een nieuwe en viel in een speciaalzaak na gedegen vergelijking en proefschrijven mijn keuze op een Waterman. Die schreef het prettigst en lag het beste in de hand, ook nog eens mijn sterrenbeeld en in prachtig blauw.
Nu heb ik dus drie generaties vulpennen. Ik kan ook best schrijven met plastic krijgertjes en goedkope stiften. Maar voor werk van langere adem of van meer diepte of zwaarte schroef ik graag met enige plechtigheid de dop los van mijn vulpen.

Bblthk Wageningen: expositie Mieke van Hooft en Annie van Gansewinkel

vrijdag 22 februari 2013

Nog even

de sneeuwvlokjes
spelen
nog even buiten.
vallen omhoog of
duikelen onbestemd.
maken er in de zon
een dolletje van.

woensdag 20 februari 2013

Kaasschaaf of kapmes

We krijgen in Wageningen een nieuw cultuurbeleid. Maar laten we ons niet rijk rekenen in crisistijd, het betekent gewoon fors bezuinigen. Jaarlijks komt er 380.000 euro minder beschikbaar voor subsidies op cultuur. Wie weet waar die bezuinigingen gehaald mogen worden, mag het zeggen.
Wij dus, de inwoners.
De gemeente heeft namelijk een adviesverzoek uitgezet bij de bevolking. Nog maar een week heb ik om mijn bijdrage in te leveren. Voor de zoveelste keer pak ik de vragenlijst ter hand en begin nog maar weer eens de inhoudelijke uitgangspunten te lezen. Ik lees over de versterking en kruisbestuiving van de diverse beleidsterreinen. Ik houd het nieuws in onze gemeente aardig bij en de uitgangspunten staan in het Nederlands. Daar heb ik zelfs voor geleerd, maar kan iemand mij uitleggen wat hier staat?

Dan maar naar de regels: ik mag in totaal 15 punten (5, 4, 3, 2, 1 punt) verdelen over 22 doelen van het gemeentelijk cultuurbeleid.
Aan de bblthk worden vijf subfuncties toegekend en ik vind ze allemaal belangrijk. Maar dan zijn meteen al mijn punten op.
Ik wil ook dat schouwburg Junushoff een volwassen aanbod houdt, amateurkunst in 't Venster mogelijk blijft, museum Casteelse Poort bestaat, cultuureducatie doorgaat. Ik wil niet alleen kijken naar mijn eigen belangen en hobby's, maar ook voor die van anderen moet ruimte zijn.
De omgekeerde kaasschaafmethode dan maar, dus veel doelen enkele armzalige puntjes toebedelen. Of toch kiezen voor een meedogenloos kapmes en dus zoveel mogelijk punten naar enkele grote doelen met hun subfuncties.
Snoeien doet groeien, maar je kunt dat ook te rigoureus doen. Wat met wortel en tak weg is, komt niet terug.

Niets staat er in de toelichting over hoe de gemeente met de uitkomsten omspringt. Ik ben bang voor cijferaars die onder het motto 'meten is weten' de universele waarheid in pacht denken te hebben.
Dit wordt een vergelijking van appels, peren, knollen en citroenen. Worden wij straks als burgers om de oren geslagen met de cijfers: we hebben het immers zelf zo gewild?
Cultuur is van onschatbare waarde, niet in cijfers en geld uit te drukken. Democratie is dat ook.
Maar je kunt er ook te ver in gaan. Langzamerhand merk ik dat ik geïrriteerd raak (en dat overkomt me niet vaak). Ik heb het gevoel dat ik nu keuzes krijg voorgelegd waarvan ik de betekenis en reikwijdte niet kan overzien.
Ik maak toch niet voor niets vol overtuiging gebruik van mijn stemrecht. In de gemeenteraad zitten mensen die mij vertegenwoordigen. Laat ze dat dan dóen en niet weer eens de hete aardappel voor zich uit schuiven. Soms snak ik naar een gemeentebestuur dat daadkrachtig knopen doorhakt. Als we het daar niet mee eens zijn, maken we alsnog gebruik van onze democratische rechten.
Ik zucht nog eens en berg de vragenlijst maar weer op. Wil ik wel meewerken aan deze onmogelijke opdracht? Er wordt me medebeslissingsrecht in de schoot geworpen en ik maak er geen gebruik van?
Ik heb nog een week.

Gemeente Wageningen: Stem op nieuw cultuurbeleid

vrijdag 15 februari 2013

Verleden en toekomst

Weinig is zeker in het leven, maar ik durf wel één zekerheid te debiteren. Hoe meer tijd je achter je hebt, hoe minder je voor je hebt.
Dat klinkt treurig, maar je krijgt ook steeds meer om op terug te kijken. En dat is toch vaak een vreugdevolle aangelegenheid, tenminste als je jezelf, ondanks de onontkoombare klappen van het leven, als een zondagskind beschouwt zoals ik.
Deze dagen werd ik door een mailtje zo weer tientallen jaren de vorige eeuw in geslingerd. Het was afkomstig van een oud-leerling uit de tijd (1974-1981) dat ik lerares Frans en Nederlands was aan de Stefanus Mavo in Tilburg. Na een leerzaam eerste jaar - vrij gemakkelijk in drie brugklassen, maar een tropenjaar in 2B - heb ik er in totaal zeven jaar met veel plezier voor de klas gestaan tot de journalistiek lokte.
Ineens was daar het mailtje van de oud-leerling, die ik sinds zijn 15e of 16e niet meer had gezien. Nu is het een man van tegen de vijftig, met ook al tientallen jaren levenservaring achter de rug.
Ik vond een foto terug uit die tijd, van juni 1980 tijdens een les Nederlands in de derde stiekem gemaakt door een leerling. Hoezo tegenwoordig die verdorven mobieltjes in de klas? Niets van gemerkt terwijl het niet eens een pocketcameraatje bleek. Ik mag hopen dat mijn andere leerlingen op dat moment net zo verdiept in hun boek waren als ik op de foto lijk.

Tijd van leven. Nog een zekerheid durf ik er tegenaan te gooien: je weet wel zeker hoeveel er achter je ligt, maar je hebt geen idee hoeveel, of hoe weinig, er nog voor je ligt.
Het eind van je tijd kan immers uit onverwachte hoek komen. Dat hebben de mensen uit de Oeral in Rusland vandaag wel ervaren die ineens een meteoriet op zich zagen neerdalen.
Toen ik het nieuws hoorde, dacht ik: dus toch op de aarde, en: hij is te vroeg. Ik had namelijk een paar weken geleden al de aankondiging gelezen van een planetoïde die de 15e de aarde dicht zou naderen.
Maar dat staat ons dus nog te wachten. Als dat blok van 130.000 ton de aarde zou raken, gaat dat met een kracht van 150 Hiroshima-bommen. Mijn ademhaling slaat een slagje over als ik het probeer te bevatten.

Gelukkig meldde dagblad Trouw vanmorgen dat ruimterots 2012 DA14 de aarde zeker zal missen. Dat 'missen' in de kop boven het artikel klinkt een beetje als: pech hebben. Rond 20.30 uur scheert hij langs de aarde, nog nooit was een planetoïde zo dichtbij.
Wanneer het allemaal goed gaat, krijgt die ruimterots een nieuwe kans op 15 februari 2046. Even tellen, dan ben ik nog net 91. Maar dat is al helemaal niet zeker, het kan alleen al door een afzwaaier zo over zijn.

Trouw 15-2-2013: Ruimterots 2012 DA 14 zal aarde zeker missen

donderdag 14 februari 2013

Dolf

De website Wiki Wageningen 750 verzamelt verhalen en herinneringen, woord en beeld, uit de 750-jarige geschiedenis van Wageningen.
Personen, het landschap, buurten, gebeurtenissen, bedrijvigheid, er is een interactief geschiedenisboek van Wageningen aan het ontstaan. Iedereen kan er zijn bijdrage aan leveren.
Vandaag heb ik mijn herinneringen ingestuurd aan Dolf, die voor mij in de jaren 90 een kleurrijk figuur was in het straatbeeld. Toen ik in 1997 met vakantie was op Corsica kwam zomaar ineens de gedachte aan Dolf bij me op. Mijn vage herinnering aan hem en het gedicht dat ik schreef, staat nu ook op Wiki Wageningen 750

Dolf


Mieren op het bergpad
versieren nijver
de ingang van het nest
met bloemblaadjes.
En ik denk aan Dolf,
aan zijn versierde entree.
Een fleurig welkom
voor bezoekers
die nooit komen.


Wageningers aller landen, verenigt u op Wiki Wageningen 750. Laten we samen geschiedenis schrijven.

Valentijn

Valentijnsdag vandaag. Voor wie eraan doet, twee gedichten die ik jaren geleden schreef.
Eerst een gedicht voor jongeren, in 2003 gepubliceerd op de jongerenpagina van Brabants Dagblad.

Voor eeuwig en altijd


Ergens in de rotswand,
warm beschenen door de zon,
bewaart de vijfde rotspunt van links
jouw naam in de holte van zijn hart.
Zoals mijn hart jou
als een groot geheim bewaart.

Wanneer over driehonderd jaar
een stokoude visser mijn briefje vindt,
leest hij in elke letter
hoeveel ik van je hou.

Maar jij weet het zelf nog niet, 
jij mag het niet weten.
Nu nog niet.


Het volgende gedicht heb ik ook opgedoken uit mijn archief. Het valt me nu pas op dat het voortbouwt op het middeleeuwse oergedicht der liefdesgedichten: Hebben olla uogala nestas hagunnan hinase hic anda thu (Alle vogels zijn nesten begonnen behalve ik en jij).

in mijn buik

heb jij een nest gebouwd
stevige bodem
luchtige veertjes
wordt het nog bewoond
dit voorjaar?


Ineens vraag ik me af wie die Valentijn eigenlijk was. Wikipedia weet meer.
Ik had het kunnen weten, een martelaar, en nog wel een die zijn hoofd verliest. Dramatisch mooi als symbool voor verliefdheid.


dinsdag 12 februari 2013

In de wolken

Nog maar net in de lucht: Boekenwolk!
Een bieb met kinderboeken die je thuis op je iPad binnengaat. De boeken worden niet gedownload, maar blijven 'in the cloud'.

In de toekomst komt Boekenwolk ook beschikbaar voor andere tablets. Kinderen, althans hun ouders, kunnen een abonnement afsluiten voor verschillende leeftijdsgroepen, vanaf 0 jaar tot 12+. Daarbinnen kunnen kinderen onbeperkt boeken ophalen, doorbladeren, van A tot Z lezen en herlezen, en nog eens.

Boekenwolk is een initiatief van Rikky Schrever.
In het weblog op Boekenwolk staat: “Boekenwolk is misschien niet de enige online bibliotheek, maar wel de eerste met uitsluitend kinderboeken,” vertelt Rikky Schrever,freelance redacteur en bedenker van de digitale bieb. Zij wil met haar initiatief kinderen stimuleren om meer digitaal te lezen. ‘Je kunt films bekijken op de iPad, of spelletjes doen, maar kinderboeken zijn er niet of nauwelijks. Zo kwam ik op het idee van Boekenwolk.’

Een aantal uitgeverijen werkt inmiddels al mee met Boekenwolk en er komen steeds meer boeken die je kunt lenen.

Mijn prentenboek Logeerbeer (uitg. De Eenhoorn) staat ook al in the cloud. Abonnees van Boekenwolk kunnen het zo uit de lucht plukken.

Website Boekenwolk

zondag 10 februari 2013

Voorboden








Helaas, het zit er niet in vandaag, langlaufen. Maar het Binnenveld in Wageningen was vanochtend toch prachtig.
Prima wandelweer, al was de wind op kop lekker fris (stoer) dan wel ijzig koud (watje).
Ongemerkt begint het voorjaar te naderen. Dat de dagen lengen, had ik al met genoegen opgemerkt.


Maar vandaag langs de Nieuwe Kanaal viel mijn oog ineens op twee voorboden: katjes en een bottende boom.
Daardoor besefte ik dat ik toch uitkijk naar de lente.

Een beetje dubbel is het wel: ik gun de schaatsers nog een stevige vorstperiode, om het E-woord maar niet te gebruiken. En mezelf gun ik minstens een keertje langlaufen vanuit de achterdeur. Hup, zo het Binnenveld inglijden.
Gelukkig heb ik het niet voor het zeggen. Mijn twijfels zouden alleen maar leiden tot fludderig en splatsjerig kwakkelweer.

zaterdag 9 februari 2013

Kerstkaart

Twitblog:

Hier in Wageningen is in luttele uren weer een kerstkaart neergedwarreld. #ofistconfetti?#wieweetmorgenlanglaufen

Raarhoek

Het boek Raarhoek van Miek Smilde kwam door mijn bezoek aan Het Dolhuys sterk terug in mijn herinnering. Dat kwam niet alleen doordat het omslag van haar boek een foto is van Christopher Payne die ook op de tentoonstelling hangt.
Ik was heel geboeid door het boek dat ik in december las, omdat het een sterke mix is van documentaire, sfeerverslag en interviews.
De journalist en schrijver is de dochter van Jan Smilde, die tussen 1974 en 1986 directeur-geneesheer was van Franciscushof, een psychiatrische instelling in Raarhoek bij Raalte.
In 2008 werd begonnen met de sloop van het complex en de laatste patiënten verhuisden naar kleinere voorzieningen, meer tussen de 'gewone' mensen.
Miek Smilde interviewde in die periode behalve psychiaters en andere hulpverleners ook die bewoners. Sommigen van hen verhuisden na tientallen jaren 'inrichting' naar de grote buitenwereld. Ik begrijp door hun verhaal een heel klein beetje van de ontreddering en het onbeschermde gevoel.
Ik lees ook de onmacht van hulpverleners en ik begrijp dat sommige mensen niet te redden zijn. Dat moet hard zijn als je van het helpen van mensen je beroep hebt gemaakt.
In het boek weerklinkt de aanklacht van werkers in de zorg over de veranderde inzichten waarbij bureaucratie, protocollen en krimpende budgetten de dienst uitmaken. 'Meten is weten' lijkt tot wet verheven en dat staat vaak op gespannen voet met gezond verstand, menselijke maat en intuïtief handelen.
Wat Miek Smilde met haar boek voor mij duidelijk maakt, is de onmacht en wanhoop soms waar zowel psychiatrische patiënten als hulpverleners in zitten.
Maar gelukkig laat ze ook zien hoe - aandoenlijk en onbeholpen vaak - de meeste mensen toch tegen de storm in hun best doen om vooruit te komen en iets van het leven te maken.

Het Dolhuys (2)

In Het Dolhuys is nog een andere tijdelijke tentoonstelling die me trok, Architectuur van een ideaal. Foto's van Christopher Payne en Jannes Linders laten de vergane 'glorie' zien van verlaten psychiatrische instellingen in de VS en in Nederland. Ooit waren zij toonbeelden van eigentijdse opvang van patiënten, maar tegen de tijd dat die cliënten gingen heten, veranderden ook de opvattingen over huisvesting. Het werd voor de bewoners heilzamer gevonden om ze van grote instellingen bijvoorbeeld in de bossen te verplaatsen naar 'gewone' huizen tussen de 'gewone' mensen.
De vaak monumentale panden vielen ten prooi aan instorting, afbladdering, en overwoekering. De foto's maken dat indringend zichtbaar, ook door achtergebleven voorwerpen als een stoel of een rek met tandenborstels van bewoners. Zeker die foto maakt het massale duidelijk, waarin de bewoners zich alleen nog maar van elkaar leken te onderscheiden door hun naamlabels.

Gestichtsmantel met
geborduurde binnenkant
Foto: website Het Dolhuys

Bij mijn rondgang langs de foto's en door de andere ruimten van Het Dolhuys kwamen ook weer indrukken boven van mijn bezoeken aan Mindmap in Venray afgelopen jaar. Daar was de verbinding tussen psychiatrie en kunst gelegd, gedeeltelijk in voormalige gebouwen voor psychiatrische patiënten.
Ook daar was het desolate gevoel tastbaar, ook daar hing de geur van woede, angst en onmacht, ook daar zag ik op sommige foto's de manhaftige blikken van patiënten om iets van het leven te maken.
De gestichtsmantel die in Het Dolhuys hangt, vind ik daarvan een ontroerende en pijnlijke demonstratie. In de jaren '30 heeft een patiënte de hele binnenkant van een nachtzwarte gestichtsjas geborduurd met de fijnste en kleurigste steken. Zou ze zich daardoor ooit omhuld hebben gevoeld door schoonheid in die lelijke werkelijkheid?

Apparaat voor elektroshocks

De vaste expositie laat goed zien hoe de maatschappij en de wetenschap tegen afwijkend gedrag aankeek in de loop der tijden en hoe behandeling veranderde. Spanlaken, dwangbuis, isoleercel, elektroshocks, medicijnen en de anti-psychiatrie krijgen er aandacht, maar ook persoonlijke verhalen van cliënten uit deze tijd. Mensen zoals jij en ik.
Als ik daar zo rondloop, besef ik weer eens te meer dat de grens tussen normaal en abnormaal makkelijk verschuift en flinterdun is.
En denken dat het mij nooit zal overkomen, dat is waanzin.


Tentoonstelling Het Dolhuys: Architectuur van een ideaal

Het Dolhuys (1)

Woensdag bezocht ik voor het eerst - ook al zo lang op mijn 'must see' lijstje - Het Dolhuys in Haarlem. Dat is het nationaal museum voor psychiatrie en op dit moment zijn er twee bijzondere tijdelijke tentoonstellingen.
Ik man/vrouw en wie ben jij? gaat over sekse en identiteit en belicht het hele spectrum tussen die twee uitersten. We zijn van nature geneigd om in te delen in hokjes om enige orde in de chaos te krijgen die leven heet.
Ooit was het eenvoudig, je was man of vrouw, althans over variaties en tussenvormen op die glijdende schaal werd niet gesproken. Langzamerhand werd homoseksualiteit ook zichtbaarder, al denken we daar zelfs in de 21e eeuw nog vaak in vooroordelen en stereotiepen over.
Over genderdysforie, transgenders, hermafrodieten en transseksuelen is heel wat minder bekend, al verandert dat. Deze tentoonstelling draagt daar wel aan bij, evenals boeken, films en documentaires van de laatste jaren.
Op de tentoonstelling zijn onder meer foto's te zien, egodocumenten en gedichten.
Helaas werkte de zelftest woensdag niet waardoor je zou kunnen zien waar je zelf zit op de glijdende schaal tussen man en vrouw. Ik denk dat ik op veel vlakken behoorlijk hoog scoor op de vrouwelijke kant. Ik heb geen gevoel voor richting, geen ruimtelijk inzicht, hou niet van vuile handen en voetbal. Maar ook dat zijn stereotiepen.

Ik weet wel dat jongeren en volwassenen die zoeken naar hun sekse en identiteit het niet makkelijk hebben. Twee boeken gaven me daar een indringend beeld van.
Meisje van Mars, waarin Anna Woltz het verhaal van Vicky Janssen verwerkte. Het jongerenboek gaat over een jongen die zich altijd een meisje had gevoeld en uiteindelijk koos voor operaties om het uiterlijk te laten aansluiten op het innerlijk.
Annabel van Kathleen Winter raakte me mogelijk nog meer. In een onherbergzaam landschap van Canada wordt in 1968 een baby geboren met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsdelen. De vader besluit dat het kind wordt opgevoed als een jongen. Het boek laat het gespleten innerlijk van Wayne zien, een bepaalde stuurloosheid, zoekend naar spiegels om te ontdekken wie hij werkelijk is. En dat in een omgeving waar niet gepraat wordt over wezenlijke zaken. Door de stijl, sober en feitelijk als ik me het landschap voorstel, wordt het eenzame en verdrietige van Wayne's leven, maar ook zijn levenskracht des te aangrijpender.

Wat herkenning geeft in het boek is het zoeken naar identiteit door ieder mens. Wie ben je ten diepste, hoe verhoud je je tot de mensen om je heen?
Het kan me soms ontroeren te zien hoe ieder op zijn eigen manier probeert gelukkig te zijn. Nu weet ik niet zo goed hoe je geluk moet definiëren, geen permanente staat van zijn immers.
Misschien is het vooral het rijke gevoel dat je uiterlijk en innerlijk samenvallen, waardoor je steviger in het leven staat.

http://www.hetdolhuys.nl/

zaterdag 2 februari 2013

Monnikenwerk

Het moest er onderhand eens van komen. De brokstukken op de grond in mijn werkkamer probeerden me al maanden een schuldgevoel aan te praten: zo spring je niet met erfgoed om.
Toen we vorig jaar het huis van mijn ouders leegruimden, mocht ik het madonnabeeld hebben. Zo lang ik me kan herinneren, had het in de slaapkamer van mijn ouders gestaan. Meer dan vijftig jaar waren Maria en het kindje Jesus ongeschonden gebleven.
We namen het beeld mee naar beneden en parkeerden het even op de eetkamertafel. Op het moment dat we ons omdraaiden, hoorden mijn zus en ik een doffe klap. Daar lag het, vermoedelijk aan het wankelen geraakt door het onstabiele perzische tafelkleed. Maria was onthoofd.
We schoten in de lach, maar ik voelde me toch ook wat ongemakkelijk. Onze ouders waren altijd zo zuinig geweest op hun spullen en dan vallen die in de handen van hun kinderen...
Toen ik de madonna naar Wageningen vervoerde, bleek bij thuiskomst ook het hoofd van het kind afgebroken.
Ik voorzag een hoofdpijnklus, maar haalde resoluut meteen lijm in huis. Ook die zag ik de afgelopen maanden vanuit mijn ooghoeken een stil appel doen op mijn daadkracht.
Vanmorgen heb ik het beeld dan eindelijk geposteerd op mijn werktafel. Handschoenen aan, lijmtube opengedraaid en aan de slag onder het toeziend oog van mijn ouders, hun foto's althans. Mijn vader superhandig en mijn moeder minutieus en beiden met een engelengeduld. Allemaal eigenschappen die ik niet heb geërfd.
Waarschijnlijk had mijn vader het niet kunnen aanzien - daarin was hij niet zo geduldig - en had hij de klus van me overgenomen. Mijn moeder zou vervolgens met een dun verfkwastje het beeld hebben bijgewerkt. Niets zou meer herinneren aan de ernstige kwetsuren.


Maar ik heb mijn best gedaan, met voor mijn doen bijzonder geduld en zorgvuldigheid, mijn ouders indachtig.
De hoofden staan er weer op, een topzware kroon trouwens voor het kind (vreemd dat ik even moest denken aan Willem-Alexander?).
Als de lijm droog is, doe ik nog een poging de plakresten en de breuklijnen te verdoezelen.
Ik ben tevreden met het resultaat, maar het is me weer eens duidelijk geworden dat er geen restaurateur aan mij verloren is gegaan. De volgende keer als ik in het prachtige Catharijneconvent in Utrecht ben, zal ik met nog meer bewondering de oude beelden bekijken.

vrijdag 1 februari 2013

De andere kant van vrede

Een wrang bericht las ik net op Afrikanieuws. Door de vrede, althans minder gevechten, in Somalië, hebben sommige branches het lastig. De doodgravers bijvoorbeeld.
In de reportage komt een doodgraver uit Mogadishu aan het woord die dankzij de gouden tijden voor zijn bedrijf zijn kinderen naar een goede school kon sturen.
Niet iedereen heeft belang bij vrede, en dit is nog maar een klein voorbeeld.
Ik heb nauwelijks een idee van de omvang en de lijnen in de internationale wapenhandel. Maar ik weet bijna zeker dat landen die ogenschijnlijk nobel aansluiten bij vredesconferenties anderzijds ook medeverantwoordelijkheid dragen voor juist de oorlogen die ter tafel komen.
Zijn alle wapens dan fout, ook als ze dienen om af te schrikken of weerloze mensen te verdedigen? Duivelse dilemma's en te groot voor een individu als ik.
Wel heb ik iets te zeggen over hoe ik mijn geld besteed en waar ik eventueel spaar. Een lijntje met de ASN-bank zuiverde mijn geweten wel wat. Maar door het gedoe met de SNS-bank kwam ik er deze week pas achter dat mijn groene en verantwoorde ASN ook deel uitmaakt van het grote SNS-consortium.
Daar had ik me dus niet genoeg in verdiept. Het dwingt me tot nog bewuster handelen en anderzijds me realiseren dat ik ook niet meer vermag dan af en toe eens een druppeltje op een gloeiende plaat laten vallen. Hopelijk houdt het gesis me wel alert en hoopvol.