donderdag 28 maart 2013

Alle hoeken van het leven

Als komisch drama afficheren de bioscopen Silver Linings Playbook, waarvoor hoofdrolspeelster Jennifer Lawrence een Oscar kreeg met haar rol als Tiffany.
In het Nederlands is een gangbare vertaling voor Silver Linings: achter de wolken schijnt de zon. Dan heb je er dus niet veel aan. Het Engels geeft voor mij toch een ander gevoel weer: dat zilveren randje biedt troost.

Pat, de tegenspeler van Tiffany, gespeeld door Bradley Cooper, is net als zij niet bepaald een zondagskind. Zijn moeder haalt hem na acht maanden, min of meer op eigen risico, uit de psychiatrische inrichting, en probeert hem op een aandoenlijke manier eruit te houden.
Wie haar man, gespeeld door Robert De Niro, ziet, begrijpt dat de zoon met dezelfde opvliegende aard zich eigenlijk nog lang staande heeft weten te houden in de maatschappij. Dat hij door het lint ging toen hij zijn vrouw betrapte met een collega, - terwijl nota bene muziek van hun bruiloft haar overspel begeleidde - verbaast dan ook niet.
Tiffany en Pat laten een spel zien van aantrekken en afstoten, te zeer gekwetst en doodsbang voor geluk. Dat kan immers ook weer kapot.
Mooi dat de film zich beperkt tot twee kussen, en voor mij was die tweede zelfs overbodig, maar hij moest natuurlijk vanwege de feel good end-traditie in Amerikaanse films.
Met de moed der wanhoop probeert Pat de silver linings te blijven zien in het leven.
Er zijn zeker komische situaties in de film, maar voor mij had het drama toch de overhand.

Persoonlijk vond ik het gezicht van moeder Dolores fascinerend. Gebutst en gemangeld, maar ook vol liefde en mededogen. Haar gezicht had alle hoeken van het leven gezien en weerspiegelde het lot van de mensen om haar heen.
Voor mij had haar visagist wel een Oscar mogen krijgen, want wanneer je op foto's actrice Jacki Weaver als zichzelf ziet, lijkt ze alleen maar door het leven gekust.

Witte Donderdag

Twitblog:

Als je heel goed kijkt, zie je hier in Wageningen sneeuwvlokjes vallen. Ietwat pesterig en dreinerig #jongenswegwezennu! # isnietleukmeer

maandag 25 maart 2013

ZZP Valley

Ik beschouw mezelf niet als clubmens, hoewel ik in het verleden lid ben geweest van allerlei clubs: zangkoren, toneel, zelfs sport. Nu resteert alleen nog de tennisclub.
Beroepshalve ben ik wel lid van een aantal clubs, omdat dat nuttig is en vaak ook aangenaam. Zo ben ik al lang lid van de Vereniging van Letterkundigen en ook van onderafdelingen als de werkgroepen jeugdboekenschrijvers, proza, toneel en van het Netwerk Scenarioschrijvers. Als thrillerschrijver ben ik lid van het Genootschap Nederlandstalige Misdaadauteurs.
Sinds kort ben ik lid van ZZP Valley, een nieuwe organisatie voor zelfstandigen uit Veenendaal, Ede en Rhenen, maar ook zzp'ers uit omliggende plaatsen als Wageningen zijn welkom. De leden komen uit heel verschillende branches en op die manier kunnen ze juist van elkaar leren.
Een van de mooie activiteiten is dan ook de Academy met uiteenlopende trainingen door en voor leden. Een aantal van die cursussen is gratis en voor de andere geldt een sterk gereduceerde prijs.
Graag lever ik een bijdrage aan het programma van de Academy. De komende maanden geef ik al drie trainingen en workshops: Opfrissen spelling, Mailen met effect en Klantgerichte brieven en mails.
Maar ik heb nog meer ideeën voor workshops, want ik heb er zin in om collega-ondernemers weer een stapje verder te helpen en ook mezelf te blijven ontwikkelen.

Website ZZP Valley
ZZP Valley, agenda Academy

donderdag 21 maart 2013

Wagenings Dictee (2)

Het Groen Wagenings Dictee gisteravond werd een gemoedelijke aangelegenheid, volgens de beste Wageningse tradities. Doe maar gewoon. Geen geëxalteerd onthaal van de winnaars, maar een rustige overhandiging van de prijzen die juryvoorzitter 'burgervader Van Rumund' (zo stond in het dictee) aanduidde als 'versierde flessen en boeken'.
Het was erg leuk om dit derde Wagenings Dictee een keer in de hoedanigheid van jurylid mee te maken. Naast correctoren bogen wij ons ook over de tientallen dictees die in korte tijd gecorrigeerd en soms nog eens en nog eens bekeken moesten worden. Ik zag iedereen zich met toewijding van zijn taak kwijten.
Het was een moeilijk dictee, dat NOS-weervrouw Willemijn Hoebert voorlas en vanachter de jurytafel kon ik me soms de wanhoop van de deelnemers goed voorstellen. Het woord geadoniseerd (mooi gemaakt, versierd) kende ik niet eens, en ondanks mijn katholieke afkomst was ik niet helemaal zeker van quadragesimale vastentijd en premonstratenzers. Ook wist ik geen raad met rendez-voustje en zelfs de vertrouwde straatnaam Pabstsendam had ik anders gedacht. Er waren nog meer woorden die ik vast fout had geschreven áls ik deelnemer was geweest.
Het was een grappige tekst die gemeentearchivaris Bob Kernkamp had samengesteld. Het zij hem vergeven dat hij alle Wageningers arm in arm liet tangoën. Misschien een typisch Wageningse vorm van verbroedering in deze passionele dans.
In mijn eerder blog over het dictee liet ik de woorden Tout Wageningen en acte de présence vallen. Laat die woorden er nou toch ook in staan. Geen voorkennis!
De winnaar in de categorie Individueel was Pieter van Diepen met slechts zeven fouten. Maar hij is een spellingroutinier, die ook al het grote Nationaal Dictee won. Voor deelnemers van buiten de regio zijn vooral plaatselijke namen lastig. Hij won met afstand, maar ik vind dat de andere winnaars, zowel individueel als in teams, een knappe prestatie leverden met hun 16 of 17 fouten.
Voor het goede doel, de nieuwe kinderboerderij aan het Spijk, is ruim 4000 euro bij elkaar gebracht.
De organisatie heeft bergen werk verzet en het Wagenings Dictee begint een mooie traditie te worden.


Ten slotte: (In deze betekenis los en niet aan elkaar zoals aanvankelijk als goed antwoord werd gepresenteerd. De jury besloot daarom beide spellingen goed te rekenen) de opmerkelijke spelling van mijn naambordje op de jurytafel, maar een kniesoor (ik dus) die daar op let.

Overigens zitten volgens de heersende spelling in mijn familienaam Gansewinkel twee fouten. Die s zou - inderdaad - een z moeten zijn en er moet een n na gans/ze. Volgens het reglement van het Wageningse Dictee tellen meerdere fouten in een woord echter slechts als een fout.

woensdag 20 maart 2013

Vroeg wakker






Twitblog:


Gisteren voor dag en dauw op om communicatietraining te geven in Utrecht. Vanuit zielloze kantoorkolos wel prachtig uitzicht op de Dom.

#vogelsfluitendusalvóór6uur#gemotiveerdedeelnemersKortenKrachtigformuleren

maandag 18 maart 2013

Wakker

In de afgelopen wintermaanden was ik niet meer in de Bovenste Polder geweest, te nat, te koud, te wind. Maar vanmiddag nodigde het verrassend milde weer me uit tot een wandeling in een van mijn geliefde gebieden van Wageningen.
Het was soms of ik net mijn slaap uit mijn ogen gewreven had, veel nieuws te zien. Mooi om te constateren dat de natuur in beweging blijft. Er waren stukjes afgedamd, lopen leken iets verlegd, er was dichtgegroeid of juist ruimte gekomen. Het water in de nevengeul en in de Neder-Rijn stond nog vrij hoog. En die mistletoe, maretak of verwante woekeraar, was die er altijd al in die boom?
Het voelde als lente, het klonk naar lente. Opgewekte vogelzang en pruttelende geluiden, ik kon het allemaal niet thuisbrengen. En de vogelaars die mijn pad kruisten, stoorde ik liever niet in hun observaties. Wel bekroop me het gevoel dat ik iets miste, ze hadden elkaar vast getwitterd over een uitzonderlijke vogel. Voor mij was het allemaal bijzonder.
Misschien komt er nog een koudefrontje, maar ik verwacht niet dat de brug over de geul nog opengaat ten faveure van de schaatsers.

De lente hangt in de lucht en die belofte doet me goed. Dat ik bij thuiskomst tien minuten bezig ben geweest om de uiterwaarden uit mijn schoenprofiel te peuteren, beschouw ik maar als nagenieten.

zaterdag 16 maart 2013

Schrijversprobleem

Twitblog:

Begin aan een nieuw verhaal dat zich afspeelt in West-Afrika. Maar hoe krijg ik mijn personage nou ineens daarheen? #verzineenlist#zekergeendeusexmachina#vermoedelijkgewoonpervliegtuig

vrijdag 15 maart 2013

Wagenings Dictee (1)

Op woensdag 20 maart wordt voor de derde keer het Groen Wagenings Dictee gehouden. Wie individueel of met een team zijn spellingkwaliteiten wil meten met anderen, kan zich nog inschrijven. Heb je geen speltalent, doe dan ook mee, omdat je het goede doel dient: een nieuwe kinderboerderij in Wageningen. Bovendien is het ook nog eens een aangename avond waar tout Wageningen acte de présence geeft.
Deze keer ben ik gevraagd om in de jury te zitten onder voorzitterschap van burgemeester Geert van Rumund. De andere juryleden zijn: Martin Kropff (rector magnificus WUR), Kees Gast (oud-archivaris) en Ada Hink (sportraad).
Het schijnt geen erebaantje te zijn, maar we moeten vol aan de bak om naast vele correctoren de dictees van de hopelijk 200 deelnemers in korte tijd te beoordelen en in wijsheid knopen door te hakken over eventuele onvoorziene twistpunten.

Jaaroverzicht
 De Stad Wageningen 2008
 Ik ben gevraagd als schrijfster, maar het had ook gekund als winnares van het eerste Groen Wagenings Dictee in 2008. Ik was stupéfait. Bij de nabespreking kwam ik in de gauwigheid tot een pessimistische schatting van zeker 25 fouten. Toen de uitslag begon met 24 fouten voor de derde prijs lette ik al niet meer op. Tot ik mijn naam hoorde. Ik bleek er 21 gemaakt te hebben. Een van de prijzen was een prachtig beeld van serpentijn uit Zimbabwe dat nog altijd mijn woonkamer siert. En dan is er natuurlijk nog de eeuwige roem.

Ik heb een wat ongemakkelijke verhouding tot dictees. In mijn tijd als lerares Nederlands zaten ze in het lesprogramma. Bij het jaarlijkse Nationale Dictee op tv schrijf ik lang niet altijd meer mee. Is het toch onbewust vanuit enige schaamte dat ik het er met een studie Nederlands en een schrijvend leven niet beter van afbreng? Anderzijds laat het ook zien hoe ingewikkeld onze spelling is en ik weiger om tevoren te oefenen. Ik vind mezelf dan al een hele meid wanneer ik het aantal fouten weet te houden tussen 10 en 20.
Begrijp me goed, ik vind een correcte spelling belangrijk. Dat houd ik ook altijd de deelnemers voor in mijn bedrijfstrainingen schriftelijke communicatie. Zeker de spelling van de d's en t's moet je onder de knie zien te krijgen. Die fouten leiden de lezer af, maar ze maken ook lelijke vlekken op je visitekaartje. Voor andere spellingkwesties is het goed om je zwakke plekken te kennen en niet te lui te zijn om woorden op te zoeken. Het Groene Boekje is mijn meest geraadpleegde hulpmiddel bij het schrijven.
En die przewalskipaarden die in dictees komen opdraven en dwars door minutieus geciseleerde porseleinkasten heen rauzen, ik vind de vondsten van dicteeschrijvers vooral vermakelijk.
Ik ben heel benieuwd naar dit Wagenings Dictee, waarvan we als jury ook op de avond zelf pas de tekst horen.

Groen Wagenings Dictee

maandag 11 maart 2013

Droombaan

Op mijn dromen kun je vast een psycholoog loslaten, al word ik doorgaans 's nachts bezocht door aangename dromen.
Enkele keren per jaar sta ik ineens weer voor de klas, terwijl ik in 1981 al stopte met mijn werk aan de middelbare school. Wat onbewust toch de angstdroom is van elke leraar, hoe ervaren ook, gebeurt dan: de klas slaat aan het muiten.
Over mijn werk in de journalistiek, veel recenter, al stopte ik daar ook al weer 16 jaar geleden mee, droom ik heel zelden. Maar vannacht dus wel.

Tot mijn schrik bedenk ik dat ik weekenddienst heb. Maar ik heb niet eens een sleutel om het kantoor binnen te komen. Dat is ook niet zo vreemd, want het is een nieuwe baan. Gelukkig wil een nablijvende collega me nog wel even gehaast uit de doeken doen welke pagina's er allemaal gemaakt moeten worden. Met een impliciet 'je redt je wel, hè' is ook hij vertrokken.
Ergens in het gebouw zal er wel een lay-outredactie zijn. Dat hoop ik maar, want ik heb geen idee hoe dat tegenwoordig werkt. Ik kom uit een soort steentijd in de journalistiek waarin de cicerolat werd gehanteerd, te vergelijken met de vuistbijl. In mijn eindredactietijd kreeg ik zelf ook een scholing om in geval van nood pagina's te kunnen tekenen. Met potlood en papier ging dat in het begin nog.
Maar dat was in de tijd dat je als journalist paginagrote interviews of reportages kon maken, waarbij paginagroot ook nog eens een stuk groter was dan de tabloids van nu. In deze tijd waarin nieuws tussen maatschappij en journalistiek wordt uitgetwitterd en alles wat de 140 tekens overschrijdt al achtergrond en verdieping heet.
Maar daar sta ik nog steeds op die lege redactie. Een redactiehandboek is er niet. Ik ga maar eens op zoek naar een lay-outer en vermoedelijk moet ik ook overleggen met collega's van de zusterkranten over uitwisseling van verhalen, terwijl ik geen idee heb welke dat zijn. Zuchtend zet ik mezelf in beweging.
Ik word gered door de bel. De wekker. In boeken houd ik niet van droomeindes, maar in het werkelijke leven versmaad ik zulke oplossingen niet.
Moe voel ik me, en de werkweek moet nog beginnen...
Maar dan dringt het door. Ik ben eigen baas en vandaag heb ik een schrijfdag. Joepie, een nieuw verhaal wacht.

zondag 10 maart 2013

Minimal music

Al jarenlang ben ik een fervent bewonderaar van de muziek van Philip Glass. Zijn minimal music raakt mij maximaal. Misschien is de kiem al gelegd toen ik in de jaren 80 de film Koyaanisqatsi zag en vooral zijn muziek hoorde.
Ik dacht al aardig wat van zijn werk te kennen, maar gisteravond werd ik toch nog weer aangenaam verrast in theater Junushoff in Wageningen.
Daar gaven harpiste Lavinia Meijer en het Attacca Ensemble het concert Minimal Music samen met een pianist en slagwerker.  
Ik hoorde een andere kant van Glass, misschien ook door het verzachtende effect die de harp van nature heeft. Maar gelukkig bleek de harp ook venijnige felheid in zich te hebben. De combinatie was soms vervreemdend, maar meestal klonk het alsof Philip Glass zijn werk expliciet voor harp had geschreven.

Zoals vaker met muziek verdiep ik me in eerste aanleg zelden in de tekst. Wanneer ik dat bij geliefde muziek op zeker moment wel doe, blijkt de tekst me ook aan te spreken. Bij Glass hoef ik de betekenis van de woorden niet te kennen, al lichten soms 'lelijke' woorden op als 'refrigerator'. Voor mijn part zijn het op muziek gezette boodschappenlijstjes, het hindert me niet.
Het koor verkende alle regionen van de menselijke stem en die reiken onwerkelijk ver. Mooi ook dat ik als leek nooit zal horen of die noten echt zo bedoeld waren. Philip Glass kijkt immers niet op een dissonant meer of minder.
De ster van Lavinia Meijer rijst snel en hoewel ze volgens mij stevig weet wat ze wil, oogt ze rank en onbevangen.
Afkomstig uit Bennekom speelde ze min of meer een thuiswedstrijd in Wageningen. Hier is het ooit allemaal begonnen, zei ze eenvoudig, 'op de koninginnemarkt.'

http://www.laviniameijer.com/ 
Op haar site staat het prachtige solostuk: Metamorphosis 2

zaterdag 9 maart 2013

Blokkade

Geboeid heb ik De Blokkade gelezen, het nieuwe boek van Renate Dorrestein. Geen fictie deze keer, maar non-fictie, want Dorrestein heeft al geruime tijd een writer's block. Dat strekt zich gelukkig niet uit tot het schrijven op zich. De Blokkade leest even vlot als haar andere boeken en is ondanks de ellende (al misselijk worden bij de gedachte aan een nieuwe roman) niet verstoken van relativerende humor en zelfironie.
Zelf heb ik - tot nu toe, voeg ik er voorzichtigheidshalve maar aan toe - nog nooit een writer's block gehad. Als ik lange perioden niet schreef, kwam dat door de omstandigheden, maar niet door weerzin of faalangst.
Ja, lang geleden had ik een onbeduidend mini-blockje. Er hing een verhaal in de lucht, maar ik kreeg er geen greep op. Mijn pen hing boven het papier en er kwam maar geen eerste zin.
Tot die eerste zin: Waarom zo moeilijk doen over de eerste zin? Die kun je toch altijd weer weggooien?
Et voilà, toen kwam het verhaal vanzelf. Uiteindelijk kon ik deze nep-eerste zin toch gebruiken, want een schrijfster met een blokkade bleek het hoofdpersonage.
In mijn gevalletje was het block al opgeruimd doordat ik er dwars doorheen schreef. In feite heeft Renate Dorrestein dat ook gedaan met De Blokkade, hoewel haar writer's block dus alleen gaat over het schrijven van fictie.
In haar boek lees ik veel herkenbaars, over het schrijfproces, de toppen en dalen van het schrijversbestaan en de malaise in de boekenwereld.
Renate Dorrestein heeft als bekende, gewaardeerde en goedverkopende schrijfster veel hogere toppen gekend dan ik. Hakken tegenvallers (teruglopende verkopen en uitleningen, een stommiteit van je uitgeverij waardoor zowat je hele boekenvoorraad bij het Centraal Boekhuis wordt vernietigd) er dan extra hard in? Het verbaast me wel dat zelfs voor bekende, gewaardeerde enz. collega's de uitgevers niet meer in de rij staan.
Dorrestein zit na een jarenlange samenwerking met uitgeverij Contact nu bij uitgeverij Podium, ook een serieuze uitgever, al valt me op dat in dit boek de redactie wel wat nauwkeuriger had gekund op grammatica en woordkeuze.
De schrijfster gaat in haar boek op onderzoek uit naar mogelijke oorzaken van een writer's block en steekt haar licht op bij wetenschappers. Naar de oorzaken van haar eigen writer's block doet ze introspectie en wel met meedogenloze openheid.
Zou het bijvoorbeeld komen doordat ze 'alleen maar' schrijfster was, terwijl veel andere schrijvers er nog ander werk naast (moeten) doen?
Ik doe naast mijn schrijverschap soms zoveel andere dingen dat het schrijven er bij inschiet. Maar ik weet dat het ook mijn schrijven goed doet wanneer ik uit mijn schrijfcocon breek en weer in de wereld sta.
Ze gaat op zoek naar eigen werk waarvan de herinnering haar hart verwarmt. Dat is haar roman Is er hoop die uitgeverij Eenvoudig Communiceren (waar ook mijn jeugdboek Zat verscheen) hertaalde voor laaggeletterden. Op bijeenkomsten voor die doelgroep zag ze de kracht van fictie. Die herinnering maakt dat ze even heel sterk voelt dat ze op aarde is om romans te schrijven.
Uit recente interviews blijkt dat de blokkade van Renate Dorrestein nog niet over is. Ze heeft zich inmiddels omgeschoold tot stemacteur, dat is mooi. Maar van harte hoop ik, voor haar en haar lezers, dat ze uit die impasse komt en een nieuwe weg vindt.
Lang geleden heb ik haar ooit een brief geschreven met de suggestie om zich ook aan kinderboeken te wagen. Ik las uit haar boeken namelijk dat ze zich goed kon inleven in kinderen. Ik heb nooit antwoord gekregen op die brief.
Maar mijn ongevraagd advies blijft staan. Ook omdat ik uit eigen ervaring weet dat ik soms in een kinderverhaal de vorm vind voor een thema waarover ik voor volwassenen (nog) niet kan schrijven. Omgekeerd gebeurt trouwens ook.
Dat is niet zo vreemd. Kinderen en volwassenen tobben toch vaak met dezelfde thema's, de uitingsvorm is anders.

Website Renate Dorrestein

dinsdag 5 maart 2013

Moedige vrouwen

Internationale Vrouwendag is dit jaar op vrijdag 8 maart. Ook in Wageningen zijn er activiteiten en 's avonds in de bibliotheek lever ik daar graag een bijdrage aan.
Amnesty International vraagt aandacht voor vrouwen in de wereld die strijden voor meer gerechtigheid en die dat vaak met hun vrijheid moeten bekopen.
Tussen 19.00 en 20.30 uur zijn de persoonlijke verhalen te beluisteren van die moedige vrouwen uit bijvoorbeeld Iran, Soedan, Guatemala. De vrouwen worden in woord en beeld belicht door de Wageningse vrouwen Wil Anker, Stella Efdé, Margriet Gorris, Erica Hoebe-de Waard, Miek de Jong en ik.
Bezoekers kunnen de vrouwen persoonlijk een kaart sturen om ze moreel te ondersteunen.
Ook gaat er post naar de Egyptische president Morsi als protest tegen de discriminatie van vrouwen in zijn land.
Bblthk, Stationsstraat 2, toegang gratis, voor vrouwen en mannen.

Bblthk: Internationale Vrouwendag

Verzameld werk

Naast de kleine expositie in vitrines boven besteedt de bibliotheek Wageningen deze maand ook beneden aandacht aan het werk van Mieke van Hooft en mij.

Ik stond er vandaag eens te kijken naar de boeken die we bij elkaar geschreven hebben. Niet eens alles was in huis, maar het laat ook goed de verscheidenheid zien. Tussen ons werk en binnen ons werk. 

Leuk om het dubbelinterview terug te vinden dat het Gelders Dagblad zo'n vijftien jaar geleden met ons maakte over het vak. Getuige de portretfoto zijn er sindsdien heel wat jaren verstreken en ieder zijn we al weer vele nieuwe boeken verder.
Maar in de kop kan ik me nog steeds vinden: een goed kinderboek zet een raampje open.

Website bblthk over expositie 
Weblog 2 maart: Hoe schrijven schrijvers?

maandag 4 maart 2013

De heilige boom

Te mooi weer vanmiddag om binnen te werken. Leve het zzp-bestaan en dus ruil ik ter plekke met de avondshift.
Natuurlijk kan het zondagse fietsrondje Binnenveld, Grift, Grebbedijk ook prima op maandag. Voor de gelegenheid breid ik het weer eens uit met een wandeling op de Grebbeberg. Daar valt me pas het verschil op met zondagmorgen. Wat een verkeersgeluiden rondom. Misschien komt dat ook doordat de bomen nog kaal zijn en de geluiden niet gedempt worden door blad.
Het uitzicht op uiterwaarden, Rijn, Blauwe Kamer en Betuwe is er niet minder mooi om en in het bos zelf is geen hond noch mens te bekennen.

Plotseling valt mijn oog op een boom. Daarin tekent zich het profiel af van een madonna, uitkijkend over het rivierlandschap.
Vanuit de andere hoek gezien is het gewoon een boom  met een uitsteeksel.

Ik moet sterk denken aan een voorval in 1949 in Weert dat landelijk de pers haalde. Ik heb het alleen uit overlevering. Mijn ouders hadden het ook wel eens over 'd'n heiligen boum'. Daarmee bedoelden ze de gebeurtenis, maar ook de man over wie het ging. Je had destijds snel voor de rest van je leven een bijnaam.
Een jonge huisschilder meldde dat Maria hem verschenen was in de boom. Vrijwel meteen kwam er een stroom bedevaartgangers van heinde en verre om het wonder te aanschouwen. De autoriteiten en de kerk waren daar niet van gecharmeerd en ontmoedigden de toeloop.
Uiteindelijk werd de boom verbrand.
Het Meertens Instituut heeft het voorval uitgebreid gedocumenteerd. Op de site lees ik dat er zelfs een medisch-psychologisch rapport is opgesteld over de ziener.
Ik blijf het een aansprekend verhaal vinden, al schijnt het voor de man en zijn familie een drama te zijn geweest.

Knal

Twitblog:




Buiten zitten, het kon al. De krokussen in mijn tuin, gisteren nog voorzichtige tipjes paars, vandaag KNAL! #elkedagNIEUWindetuin

zaterdag 2 maart 2013

Hoe schrijven schrijvers?

De hele maand maart biedt de bibliotheek Wageningen een inkijkje in het schrijfproces van collega Mieke van Hooft en mij.
Vanmorgen hebben we ieder twee vitrines ingericht op de bovenverdieping. Ik vond het een heel gepuzzel om het materiaal op de beste manier te laten zien. Etaleren is ook een vak. Maar ik ben tevreden over het resultaat, het laat zien hoe (twee) schrijvers schrijven.

Afgezien van mijn afgekloven vulpen (blog 28 februari) zijn er eerste versies van - werkelijk handgeschreven - manuscripten, typoscripten vol verbeteringen en doorhalingen, maar ook foto's en ontwerpen van boekomslagen.

In de linkervitrine ligt voornamelijk werk voor volwassenen, bijvoorbeeld een kladgedicht over de Blauwe Kamer en de brochure met de aanvankelijke omslag voor de thriller Moeders mooiste.
De andere vitrine herbergt vooral mijn werk voor kinderen en jongeren. Zo is er de tekening van De Superhoofdprijs waar kinderen een fout in kunnen ontdekken. Overigens is die fout bij latere drukken hersteld, door de tekst aan te passen.

Mooi om in de andere twee vitrines te zien dat Mieke van Hooft een heel andere werkwijze heeft. Schrijf ik mijn eerste versie zowat zonder na te denken en heb ik daarna nog verschillende revisies nodig, Mieke denkt telkens na voordat ze een volgende zin opschrijft. Het resultaat is een keurig schrift dat ze daarna alleen nog maar hoeft in te tikken.
In haar vitrines liggen onder meer de eremedaille van de Nederlandse Kinderjury, eigen illustraties en een aangevreten exemplaar van De Tasjesdief, met dank aan een geletterde hond.

De vitrine-expositie is tot eind maart te zien tijdens de openingsuren van de bibliotheek. Op de jeugdafdeling beneden zijn de boeken van Mieke en mij bij elkaar gezet, een deel daarvan kan gewoon worden geleend.

Expositie bblthk Wageningen Mieke van Hooft en Annie van Gansewinkel

vrijdag 1 maart 2013

Nieuwlichterij

Vroeger, toen we nog gloeilampen hadden, was het leven een stuk eenvoudiger, al ben ik uit milieuoogpunt natuurlijk helemaal voor het Nieuwe Licht.
Bij het oude wattage kon ik me iets voorstellen, maar als ik nu bij een collectie lampen sta, begint het me te schemeren.
Op de doosjes staat grotendeels geheimtaal en dan ook nog eens in veel te kleine letters. Het getal voor lumen zegt me al helemaal niets. Ik probeer nieuwe watt terug te rekenen naar oude watt, maar ik kom er niet uit. Het zal wel slijten, zoals ik ook al lang niet meer de euro terugreken naar de gulden.
Gisteren in de supermarkt. Ik pijnig mijn hoofd voor het schap met lampen, keuzestress.
Ik zoek een simpel kaarslampje met kleine fitting, niet al te sterk en liefst met sfeervol licht. Aanvankelijk valt mijn keuze op een ledlamp waarvan ik de specificaties probeer te ontcijferen en te begrijpen.
Het zal wel als aanbeveling bedoeld zijn, in de trant van: je krijgt waar voor je geld. Maar op mij heeft het een wonderlijk effect als ik  lees: levensduur ca. 30 jaar. Ik betrap me erop dat ik serieus sta te rekenen. Dan ben ik 89!
Zoals ik eerder al schreef, wil ik graag 98 worden, dus dan loont het de investering. Maar wie zegt dat we tegen die tijd nog ledlampen kunnen gebruiken? Dan zit je mooi met zo'n onbruikbare, onverslijtbare lamp. Trouwens, wie zegt dat ik er dan nog ben? Misschien is mijn licht al veel eerder uitgegaan.
Ik krijg ineens twee beelden: Wim van Est in het ravijn terwijl zijn Pontiac nog doortikt en een tot op de draad versleten konijn dat door de batterijen blijft trommelen.
De aanprijzing van voor mij bijna levenslange levensduur heeft niet geholpen. Ik heb gekozen voor de goedkopere spaarlampvariant. Een levensduur van 8 jaar vind ik ook al heel wat. Voor een lamp althans.