maandag 29 juli 2013

Brabantse weelde

Twee maanden geleden heropende in Den Bosch het Noordbrabants Museum. In een vloeiende overgang met het Stedelijk Museum vormen ze nu een fraai toonbeeld van wat Brabant op kunstgebied te bieden heeft.
Gisteren bleek dat je er makkelijk een hele middag in kunt doorbrengen, ook dankzij de riante terrastuin.

Voor mij was 'The moonlight garden' van Marc Mulders hoogtepunt en middelpunt van het museumbezoek. Deze overzichtstentoonstelling laat zien waar hij in zijn reeds 30-jarige loopbaan als kunstenaar mee bezig was. Hij geeft mij de indruk integer te onderzoeken wat hem drijft en maakt wat bij hem past, zonder met stromingen mee te drijven. In de jaren 90 maakten religieuze verbeeldingen een sterk deel uit van zijn werk, niet vanzelfsprekend voor een jonge kunstenaar die bovendien geen fervent kerkelijke achtergrond had. Maar hij was wel opgegroeid in Tilburg, waar de katholieke beeldentaal toch doorwerkte.
Zijn jongere werk ademt een lichtere toon en past daarmee prachtig in de lichte tuinzaal. Zijn samenwerking met disciplines als glaskunst en tapijtkunst komt daar duidelijk uit.

In het museum is werk van vele andere Brabantse kunstenaars tentoongesteld, ook van de oudere generatie zoals de familie Knip, Jan Sluijters en Hendrik Wiegersma. Mooi dat er van de schilderende dorpsdokter (Dorp aan de rivier - Anton Coolen) ook een poppenkast staat die hij samen met kunstenaar Piet Wiegman maakte. Hij was bedoeld voor de avonturen van 'Blinde Teun en Schele Mie'.
 

Voor het Stedelijk Museum heeft (sieraden-)ontwerper Ted Noten een persoonlijke keuze gemaakt aan de hand van thema's zoals schaamteloosheid. Dat leidt tot stukken die bij mij verbazing, afkeer, gêne, gegniffel of (in het ergste geval) helemaal niets opriepen.
Mij raakte zeker het 'Vondelingenpakket' uit 1944, een mengeling van donzig roze en ruw gestrikt borstrokmateriaal. Ook trof mij het edelkitsch van een bijou-achtig moederlijk beeld met wapentuig.

Beide musea zijn ook voor hun architectuur en inrichting een bezoek waard. Oud en nieuw gaan geen strijd aan, maar versterken elkaar. De royale wenteltrap van het Stedelijk Museum lijkt een 'stairway to heaven' en geeft warempel ook nog zicht op de hemel.   


2 opmerkingen:

  1. Annie , je geeft een mooie impressie van het tentoongestelde. Ik voeg er nog aan toe dat het mij, als import- bosschenaar, verraste hoe mooi het museumkwartier in de kleine ruimte tussen de Waterstraat, de Beurdestraat en de Pr. Bernardstraat is ingepast. Idealiter zou de museumtuin apart te bezoeken moeten zijn tegen een gering tarief, een binnentuin in de drukke binnenstad is een groot goed. Maar de werkelijkheid is wat weerbarstig.

    Tom van Schendel

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank je, Tom. Goede suggestie over toegang tot de fraaie, rustige tuin.
    Tip wellicht: via de 'achterdeur' met de Museumkaart.

    BeantwoordenVerwijderen