maandag 30 december 2013

Trouwe lezers

Je zou het bijna vergeten bij alle ellende-berichten uit de boekenwereld: dat schrijven een prachtig vak is. Alleen al de gedachte dat op dit moment een kind of volwassene ergens in Nederland of Vlaanderen een boek van mij zit te lezen.
Toch nog, ondanks dat er steeds minder boeken worden gelezen, gekocht en ook minder geleend. Bibliotheken hebben minder budget of sluiten complete vestigingen, dus er komen minder boeken in de uitleen.
In Nederland zorgt de stichting Lira voor het incasseren en verdelen van leengelden. Die leenvergoeding komt elk jaar in december binnen bij schrijvers. In het verleden hadden we het onder collega's wel eens over het goudschip dat dan binnenvoer. Relatief gezien, want de meeste schrijvers halen geen riant inkomen uit hun vak.
In 1992 verscheen mijn eerste boek 'Reisgenoten gezocht' en daarna volgden er nog ongeveer 25. Zolang bibliotheken een boek in hun collectie hebben én uitlenen, krijg je daar als schrijver dus geld voor. Als ik het goed heb, is dat ongeveer een dubbeltje per uitlening. Bij grote aantallen en veel boeken tikt dat leuk aan.
De afgelopen jaren heb ik, maar ook mijn collega's, het goudschip zien afbladderen en zeker de laatste jaren werd de vracht telkens 25% minder. Van een substantiële inkomstenpost dreigt het te krimpen tot een speelgoedboot. Niet zeewaardig meer, eerder een aardigheidje, maar evenzeer van harte welkom. Het is niet anders, het boekenvak verkeert nu eenmaal in zwaar weer en de meeste schrijvers zitten in hetzelfde schuitje, om te vissen in dezelfde, steeds kleinere vijver.
Maar laat ik ophouden met mijn schipbreuk lijdende beeldspraak.

Collega Marcel van Driel schreef het blog 'Wat je aandacht geeft groeit'. Het biedt troost en herkenning.
Ook ik wil vooral kijken naar de positieve dingen in het vak. Als ik me laat verlammen door de paniek die soms toeslaat, kan ik niet meer schrijven.
Laat ik bijvoorbeeld kijken naar de enthousiaste kinderen tijdens mijn schoolbezoeken, en geraakt worden door mails van lezers die iets herkennen in een boek.
Ik neem het overzicht van mijn leenvergoeding erbij en kijk voorbij het bedrag onder de streep. Dan krijg ik een ander beeld. Van bibliotheken die zuinig (moeten) zijn op hun collectie, die ook boeken beschikbaar houden die geen uitleentoppers zijn. Op de lijst zie ik dat ook mijn oude boeken nog steeds geleend worden. Trouwe lezers, die niet alleen de bestsellers willen lezen.
Mijn meest uitgeleende boek in 2013 is nog steeds 'Eén meisje, twee jongens', een 12+boek uit 2005. Dat mijn prentenboek Logeerbeer uit 2012 op nummer 2 staat is minder vreemd.
 
Maar de trouw van bibliotheken en lezers gaat verder terug. Op 3. Kampioen Superbraaf (2004), 4. De Superhoofdprijs (1996 en remake 2009), 5. Zat (2010) 6. Stoerewatjeskamp (2010).
Zelfs mijn tweede boek 'Kopje-onder' uit 1993 is nog 21 keer uitgeleend. Alleen mijn eerste 'Reisgenoten gezocht' (1992) is dit jaar voor het eerst niet meer uitgeleend. Maar vorig jaar had het boek toch nog 1 lener.

Dank aan Lira, maar dank vooral aan al die trouwe lezers en ook aan de bibliotheken die onze schat bewaren die cultuurgoed heet.

http://annievangansewinkel.nl/boeken.cfm 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten