maandag 22 december 2014

Klassiekers

Ooit, ooit zal ik ze lezen: de grote Russen, Ulysses van James Joyce (al wel in huis), de Toverberg en andere juwelen van Thomas Mann, Marcel Proust (inmiddels al halverwege) en zoveel andere klassieke parels die nog ontbreken in mijn culturele bijouteriekist.
Vooralsnog wil ik graag 98 worden, dus puur getalsmatig gezien heb ik nog even. Maar mijn to-readlijst wordt ook steeds langer.

Hoewel ik graag naar de bioscoop ga, is bij films die gretigheid minder groot. Ik heb The Sound of Music, The English Patient, en The Bridges of Madison County immers al gezien, meermalen zelfs. Ik kan er prima mee leven dat ik bijvoorbeeld nog nooit een James Bond-film heb gezien. Oké, vast een hiaat in mijn algemene ontwikkeling.
Ik ben ook geen echte fan van films die ver weg en lang geleden spelen. Ik bestempel dat laatste genre wat denigrerend tot 'verkleedfilms', maar in wezen zijn alle films verkleedfilms (uitgezonderd natuurlijk die van de erotische tak).
Gisteren zag ik Gone with the wind en die klassieker blies me compleet van mijn stutten. Wat een film!
Hij is onlangs digitaal gerestaureerd en beleeft in die vorm een nieuw leven. 75 jaar oud en met een zeggingskracht waar filmmakers met alle technieken van nu een puntje aan kunnen zuigen. Verplichte leerstof voor (scenario)schrijvers.

In 1939 kwam de film uit, op het randje van de Tweede Wereldoorlog.
Een aanklacht tegen de oorlog, manifest voor emancipatie, verhaal over liefde en verlangen, over verlies en loslaten, over thuis en grond, waarheid en bedrog. Het zit er allemaal in.
De film speelt ten tijde van de Amerikaanse Burgeroorlog, gezien vanuit het Zuiden dat strijdt tegen de Yankees die de slavernij willen afschaffen.
'Gone with the wind' betekent in de film dat de 'beschaving' van het zuiden teloor gaat.
Niet het gezichtspunt dat de sympathie van de kijker opwekt. Dat geldt ook voor de pragmatische hoofdpersonen Scarlett O'Hara (Vivian Leigh) en Rhett Butler (Clark Gable) bij wie eigenbelang, zucht naar macht en geld hun handelen bepaalt. Toch lukt het maar niet ze onsympathiek te vinden. Daarvoor moet je als schrijver en filmmakers van goeden huize komen.
Ondanks alle dramatiek is er ook fijne humor, bijvoorbeeld in de vileine dialogen tussen Scarlett en Rhett. Psychologische herkenbaarheid waarvan ik slechts één aspect noem: een zelfstandige vrouw die een emotionele dweil dreigt te worden als de liefde in het spel is.
In een slechte stemming kun je deze film een melodramatische draak noemen, met zijn aanzwellende violen en veelbetekenende blikken van verlangen en haat. Met de dramatische gebeurtenissen die elkaar in zo'n woeste vaart opvolgen dat een hedendaagse soap erbij verbleekt.
Maar op de een of andere manier werd mijn kritische blik meteen ontregeld, alleen al door bewondering en verbazing dat ze toen al zo'n knappe film konden maken. Het camerawerk, van weidse landschappen tot close-ups en geraffineerde details. De tijdsprongen en intense verdichting, geen moment saai. Vier uur lang, doorgaans een hele opgave voor mij.
Veel films die sindsdien verschenen, zijn volgens mij schatplichtig aan Gone with the wind. Er is vast al ooit studie van gemaakt, maar zelf ontdekte ik de volgende associaties:
- koor na de openingsscène met een weids landschap: The Sound of Music
- de dreiging in de deuropening van binnenstappende laarzen in close-up: Once upon a time in the West
- in gordijnen fraaie kleren zien als er geen andere stof beschikbaar is: The Sound of Music
- beloftevolle toekomst in de woorden: Tomorrow, tomorrow (Annie)

Met een klap heeft Gone with the wind zich genesteld in mijn persoonlijke filmtop-10 aller tijden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten