zaterdag 8 augustus 2015

Op zoek naar Marcel Proust

mijn verzameling Proust-boeken - een bij elkaar geraapt zootje
Proust lezen, ik zou het misschien ooit nog eens doen, na mijn pensioen. Maar toen ik in in 2010 bij toeval in een Proust-leesclub terechtkwam, kreeg ik er onverwacht veel plezier in. Ik lees zijn boeken anders, slow reading is het, bijna meditatief.
Wat hielp, was zeker de prachtige uitgave (2009) van het eerste boek 'De kant van Swann' door De Bezige Bij. In een soepele vertaling van Thérèse Cornips en een prettige inleiding en annotatie van Ieme van der Poel.
De uitgeverij stelde de heruitgave van de volgende zes delen van 'Op zoek naar de verloren tijd' in het vooruitzicht. Maar deel 2 kwam nooit.
Toch las ik door, al strandde de leesclub na een vliegende start. De afgelopen jaren las ik boek 2 en 3, in oudere uitgaven, duidelijk het prettigst leesbaar in vertalingen van Thérèse Cornips. Die oude uitgaves van de Bezige Bij zijn met moeite op de tweedehandsmarkt te vinden. Van boek 2 'In de schaduw van de bloeiende meisjes' lukte dat niet bij het derde deel en dat heb ik dus maar in het Frans gelezen. Door mijn studie Frans lang geleden ben ik daartoe wel in staat, maar ik mis toch de nuances en enig leesgemak.
Boek 4 'Sodome et Gomorrhe' heb ik al enige tijd in huis, maar dus alleen in het Frans, bijna 600 bladzijden. Ik aarzel nog om eraan te beginnen. Misschien lukt het me om een Nederlandse vertaling te bemachtigen zonder er een kapitaal voor te betalen.
In afwachting daarvan lees ik om Proust heen. Momenteel in het boekje 'Een zomer met Proust' waarin Proustdeskundigen hun bevlogenheid illustreren aan de hand van fragmenten en thema's.
Deze week las ik het lezenswaardige boek van Guus Middag die zijn gesprekken optekende met Thérèse Cornips voor wie de vertaling van Proust welhaast een levenswerk was. De titel 'Met een bevroren jas en een geleend tientje' geeft al aan dat vertaalwerk geen vetpot is. Bovendien blijf je als vertaler vaak onvermeld.

Naar mijn idee is Thérèse Cornips zwaar ondergewaardeerd, ook door haar uitgeverij De Bezige Bij. Wat was het een mooi gebaar van waardering geweest als De Bezige Bij na de vernieuwde uitgave in 2009 alle andere boeken van Proust opnieuw zo prachtig had uitgebracht. De vertalingen van Thérèse Cornips waren immers klaar.
Afgezien daarvan zouden de Proustliefhebbers daar ook geweldig blij mee zijn, ik in elk geval wel. Eindelijk de kans om dat bij elkaar geraapt zootje boeken te vervangen door goede uitgaven in een prettige vertaling.
 
Dit voorjaar verscheen er een nieuwe Proust, maar opnieuw een vertaling van boek 1. 'Swanns kant op' vertaald door Martin de Haan en Rokus Hofstede voor uitgeverij Athenaeum. Ik zat er niet op te wachten. Even had ik nog de hoop dat de overige delen misschien ook volgen. Maar ik hoorde dat het een op zichzelf staande uitgave is in een serie uiteenlopende klassiekers.

Ik wil graag door met de volgende delen. Daarom een oprechte vraag aan De Bezige Bij:
de vertalingen van Thérèse Cornips liggen er al, uitgeverijen werken voor minder courante titels vaak al met printing on demand. Waarom brengt u niet de boeken opnieuw uit in een doorlopende serie, desnoods als paperback?
De toegewijde vertaalster Thérèse Cornips verdient het en liefhebbers van Proust zoals ik zijn u dankbaar.

Een van mijn eerdere blogs over Proust: Met Proust in de hangmat

Geen opmerkingen:

Een reactie posten